Vandaag beginnen we op de Camino te stappen met Floris en Moses vanuit Villafranca del Bierzo naar Vega de Valcarce. In totaal 20 kilometer stappen door de Valcarce vallei, langs de rivier met dezelfde naam. Vooraleer we vertrekken nemen we nog een foto bij de ingang van San Nicolas, allemaal met onze Opi4Rinus2Santiago T-shirt aan. Zo weten we zeer goed waarom we hier zijn: om onze Rinus te gedenken en om financiële middelen bijeen te stappen voor het Rinus Pini fonds.
Voor het vertrek in Villafranca del Bierzo,: we zijn ope de juiste weg (l); Flokey wrijft zijn witte huid in met zonnecrème (m); allen samen voor de Hostal San Nicolas in Villafranca del Bierzo (r)
De Camino loopt vandaag voor een groot stuk gewoon langs de N VI, dat is een oude nationale weg. Aan de linkerkant van die weg heeft men een muurtje gebouwd met betonblokken zodat de pelgrims goed beschermd zijn tegen het (schaarse) verkeer vroeg in de morgen De autostrade loopt ook langs deze N VI weg, maar ze staat op hoge pijlers langs en boven de oude NVI weg.
Het is er niet druk op dat stuk Camino want de meeste pelgrims zijn vroeger uit de veren dan wij en zijn dus al vertrokken. Er zijn nog wel wat pelgrims op de fiets want die vertrekken vaak wat later. Floris en ik hebben elk een kleine rugzak bij met wat proviand en vooral met heel veel water en enkele chocolademelkjes. Ook wat bananen en koekjes. Voor mij is het een testdag. Ik wil weten of Floris (bijna 16 jaar ) en Motje (bijna (12 jaar) een dergelijke afstand bij relatief warm weer aankunnen. Zij willen ook weten of het meevalt en of ze wel de juiste schoenen hebben. De twee jongens zijn bijzonder gemotiveerd. Ze weten dat we de laatste 200 km van de Camino voor hun broertje Rientje stappen, in het kader van het Rinus-Pinifonds. Magda en ik hebben hen bij het vertrek daar nog eens duidelijk aan herinnerd. Ik benadruk nog even dat de voettocht of pelgrimstocht geen competitie is en dat iedereen best zijn eigen ritme van stappen volgt. Als het niet gaat of als je te moe bent, kan je best stoppen voor een korte of lange tijd. Ze hoeven zich niet kapot te lopen. Dat is zeker de bedoeling niet want ze moeten het eindpunt van de tocht, Santiago de Compostela, op 13 juli kunnen bereiken.
Alles verloopt zeer vlot. Floris stapt op kop . Hij houdt van fysieke uitdagingen. Hij heeft de GO-Pro camera bij die hij vastgemaakt heeft op zijn borst vooraan en hij neemt dus filmpjes op. Die zal hij later op de dag afwerken en dan op Instagram zetten. Moses Loopt naast mij en heeft heel veel oog voor de natuur en in het bijzonder voor de grote roofvogels die in de lucht zweven, maar ook voor de naaktslakken op de grond. Hij zou bioloog willen worden en begint in september aan het secundair onderwijs in Leuven. Floris zit in de kunsthumaniora van Sint Lucas in Brussel. Hij maakt graag filmreportages en hier kan hij dat dus doen. Hij werkt die mooi af en plaatst ze dan met muziek op Instagram. Soms maakt hij er tekeningen bij.
Na een tiental kilometer stoppen we om even te rusten, wat extra water te drinken of een chocomelkje te drinken en een banaan te eten. We komen bijzonder goed vooruit. Als we op 6 à 7 kilometer van ons doel in Vega de Valcarce zijn, wil Floris gaan joggen en hij vertrekt al lopend tot aan ons einddoel, een hostal in Vega de Valcarce. Na een kleine drie uur zijn we ter plaatste zonder problemen. Wat spierpijn, maar alles is OK. Floris is al goed verbrand door de zon en zal zich extra moeten beschermen de volgende dagen. Motje deed het ook prima; hij stapt zelf sneller dan opi maar hij wacht telkens op mij.
Even rusten onderweg. De eerste stapdag verloopt goed; ze genieten er duidelijk van.
Ann en Magda zijn er ook al . Zij zijn samen met ons vertrokken en moesten eerst naar Fonfria rijden waar de fiets sinds gisteren staat. Ik was in de fietszak de sleutel van de kamer van onze hostal in Villafranca del Bierzo vergeten en die gaan ze terughalen en wegbrengen. Ze komen even na Floris aan. Terwijl we aan het uitpakken zijn, komen we de twee pelgrims uit Ieper tegen, Gerda en Karel die ik weken terug ontmoet heb in Viana, juist voor Logroño. Hij met een zware rugzak op de rug en zij met het éénwielige karretje dat hij voor haar bagage heeft gemaakt. Ze stellen het ook goed en dat is fijn om te weten. Ze hebben in één van de volgende dorpen een kamer gehuurd. Ze waren uit Perigueux vetrokken begin mei waar ze het jaar ervoor gestopt waren ten gevolge van covid 19.
Enkele kerkjes onderweg San Nicolas de Trabadelo : achterkant toren(l) en (voorkant(r): In het midden Iglesia san Juan Bautista de Portela de valcarce (m): alle twee met muur klokkentorens
Onze eerste stapdag is prima verlopen. Iedereen is moe, maar iedereen is tevreden. Er wordt gerust en tante Ann, onze dochter, inspecteert de voeten en verzorgt ze. Oma is al weer aan het werk voor een project dat ze nog moet afmaken voor European Schoolnet. Ze is altijd een naarstige bij en heeft heel mijn tocht lang een cruciale ondersteunende rol gespeeld. Tegen 19 uur vinden we vlakbij een restaurantje waar ze platos combinados hebben. De meeste zijn op baSis van hamburgers en de kleinkinderen vinden dat super. Daar eten we gezellig buiten onder bomen en dan gaan we terug naar onze hostal en zo snel mogelijk naar bed. Morgen wacht ons de beklimming van de O Cebreiro, een pas van ongeveer 1100 meter die we over moeten en daarna ook die van de Alto San Roque van 1300 meter om Fonfria te bereiken en dan zijn we echt in Galicië. De testdag is prima verlopen. In totaal hebben we een 28 km te stappen. Mijn vertrouwen in hun stappen is vandaag sterk vergroot nadat ik ze bezig heb gezien. Ze hebben er echt van genoten.
Het was vooral een dag waarop we van het veranderende landschap kunnen genieten. Er zijn geen grootse religieuze gebouwen te zien, maar alleen af en toe een klein eenvoudig kerkje zoals het kerkje van San Nicolas de Trabadelo, lichtjes van de nationale weg af en dan juist voor Vega de Valcarce de Iglesia san Juan Bautista van Portela de Valcarce. Ik fotografeer ze allemaal. Op het laatste stuk van de Camino tussen Vega de Valcarce en Santiago de Compostela zijn er weinig grootse culturele gebouwen te zien, maar wel een hele reeks kleinere maar toch bijzonder fraaie gebouwen. Er wacht ons nog de mooie versterkte kerk van Portomarin en natuurlijk Santiago de Compostela zelf met zijn schitterende kathedraal en vele andere unieke gebouwen. Galicië is bekend voor zijn mooie natuur en het lekkere eten, kaas, vlees in het binnenland en vis aan de kust en daar zullen we van genieten met volle teugen.
Ons kleine hostal wordt uitgebaat door de vrouw van de bakker die er schuin tegenover woont. Vriendelijk en super behulpzaam. 'S morgens kunnen we daar een lekker ontbijt krijgen. In Valcarce zie je de autostrade zeer hoog in de lucht hangen op super hoge zware betonen pijlers. Onze engelbewaarders vliegen er onmiddellijk naar toe want het is al indrukwekkend van beneden en daar boven zal dat nog meer indruk maken. Ze genieten ervan zich te laten zweven op hun grote vleugels. Rientje heeft het soms moeilijk om gelijke tred met de twee grote te houden. Meestal houden ze elk één van zijn vleugeltjes vast en sleuren hem zo mee, omhoog. Rientje vindt dat superfijn.
Comments