Weer een dag voorbij die grijs begon, maar met volle zon eindigt. Ik had me al lang voorgenomen dat ik Peñalba de Santiago zou bezoeken, heel in het bijzonder voor de Iglesia de Santiago in dat piepkleine dorpje dat helemaal boven in de bergen ligt, niet ver van Ponferrada. Het dorpje wordt bezocht omdat het een echt Mozarabisch kerkje heeft en omdat het nog een typisch bergdorpje is met alle huisjes die gebouwd zijn in bruinrode steen met houten balconnen die uitsteken boven de straat. Soms raken de balconnetjes van de twee kanten elkaar bijna.
Ik heb me goed geïnformeerd, want het dorp is zeer moeilijk te bereiken met de fiets, volgens sommigen, omdat de hellingen super steil zijn. Toen ik gisteren op het toerismebureau langs liep, was er al een hele discussie met een oudere dame die, toen ze hoorde, dat ik het met de fiets wou doen, het me heel fel afraadde. Ze zei er lachend bij dat je wat “loco” (gek) moest zijn om dat met de fiets te doen. De dame van het toerismebureau zei dat ik dat wel zou kunnen omdat ik al vanuit België naar hier was gefietst.
Deze morgen ben ik dus vroeg opgestaan en rond 8 uur zat ik al op de fiets. Het kerkje gaat maar om 10 uur open en ik hoopte de 22 km op twee uur af te ronden. Ik had, achteraf is dat gebleken, de moeilijkste weg gekozen om ernaar toe te rijden: over San Estaban de Valdueza en San Cristobal de Valdueza. Daarenboven was het een grijze dag en hingen de wolken al snel rondom mij. Twee vrachtwagens, één met bouwmaterialenen één met stortbeton baanden zich moeizaam, stapvoets, een weg naar boven. Ik wachtte, want het wegje was super smal. Als de vrachtwagens wat verder waren, zette ik me ook in beweging. Ik was uiteindelijk 3 uur onderweg en meer dan twee uur zag ik geen levende ziel. Ik was ook wel geregeld gestopt om enkele kleine kerkjes te bekijken. Er waren wel veel wolken vlakbij. Ik voelde gelukkig mijn engelbewaarders rondom mij en dat stelde me gerust.
Vertrek langs oude brug van Ponferrada naar Peñalba de Santiago (r), de kerk van San Estaban de Valdueza (m) en het eenzaam fietsen tussen de wolken (l)
Eenmaal boven op het plateau was het zicht adembenemend. Ik hoop dat de foto’s de pracht van de natuur en ook het dreigende grijze weer wat kunnen weergeven. Ik heb er wel een paar keer aan gedacht om terug te draaien, maar ik hoorde Bert zo iets zeggen van: “ons vader was er al lang geweest”. Dat gaf me extra motivatie om te tonen dat den Beernaert dat ook kan, ook al duurt het langer. Ik kwam op een splitsing bij een rotswand en dacht: “ik ben er”, want daar stond een wegwijzer met de naam van het kleine dorp. Niets was minder waar. Daar begon een steile afdaling van 5 km die ik stapvoets naar beneden fietste met mijn schijfremmen op die veel lawaai maakten.
Eindelijk was de eenzame fietser beneden. Maar ik dacht al aan de terugweg. Die 5 km moest ik terug omhoog...en ik zag er al tegen op. Buiten het Mozarabisch kerkje , in een klein huisje, zat een dame op haar eerste toerist te wachten, dat was ik dus. "Je mag niet binnen", zei ze, "je hebt pech, de restaurateurs zijn bezig en je mag niet in de weg lopen". Wat een ontgoocheling....Al die moeite voor niets… Maar toch niet….
Het was ondertussen 11 uur en de twee restaurateurs kwamen van hun stellingen en gingen, in de enige koffiebar die open was, een koffie drinken. Ze lieten de mooie Mozarabische deur open staan want er was niemand. Ik sloop alleen naar binnen. De dame was terug in haar kamertje vlakbij, maar praatte met een andere dame en lette dus niet op mij. Ik ben overal door en onder de wit-rode linten gekropen en heb zo goed en zo slecht als het kon toch foto’s genomen van de typische Mozarabische elementen met stellingen erbij. Na een dik half uur kwamen de restaurateurs terug en ik stond netjes aan de ingang en ik kloeg over het feit dat ik zover voor niets was gekomen. De restaurateurs zegden dat het te ‘perigroso’ was om mensen binnen te laten. Ik mocht alleen vanaf de deur een foto nemen... wat ik ook deed en en ik lachte in mijn vuistje. De foto’s van de buitenkant en binnenkant van het kerkje vind je hieronder.
10de -eeuwse kerkje van Peñalba de Santiago: de binnenkant met de hoefijzervormige bogen en achteraan de dubbele ronde apsis (l) en (m); de prachtige Mozarabische dubbele ingang tot het Santiago kerkje
Nu toch even wat ernstige informatie over dit kerkje. De Iglesia van Santiago de Peñalba is het enige overblijfsel van een klooster dat San Genadio rond de 10de eeuw stichtte. Hij verliet het aartsbisdom Astorga om zich af te zonderen in een kleine kloostergemeenschap, een hermitage, die hij zelf ver van de bewoonde wereld stichtte, op zoek naar vrede en rust. Het klooster is volledig verdwenen, maar de kerk met de stoffelijke resten van de heilige is bewaard gebleven.
Het kerkje van Santiago de Peñalba is een kleine kerk met een Latijns kruisplan, met een enkel schip, gevormd door twee vierhoekige delen. Het meest opmerkelijke aan deze configuratie zijn de twee tegenover elkaar liggende apsissen, dat wil zeggen, een compositieschema waarin de apsis van de voorkant - in dit geval vierhoekig aan de buitenkant en in de vorm van een hoefijzer aan de binnenkant - wordt herhaald aan de achterkant van de kerk. Beide apsissen zijn halfronde, afgesloten ruimten met steen overwelfd. De travee voor het oostkoor is afgedekt met een hoge koepel. Binnenin zijn ook kleine resten van fresco's
De zuidelijke buitendeur is zeer mooi met haar twee bogen in het midden en de marmeren zuilen met gebeeldhouwde kapitelen die de bogen opvangen. De bogen zijn van zandsteen en contrasteren met het metselwerk van de muur in natuursteen. Boven de bogen loopt een driedubbele sierlijst of alfiz, een moulure die een boog of bogen omlijst met een rechthoek. Dit portaal wordt als één van de mooiste in Spanje beschouwd. Binnenin ziet men aan de ingang van het oostelijke koor twee monolietzuilen die de hoefijzerboog opvangen (zie foto's hierboven). Ook daarrond is een alfiz. Een ander kenmerk van deze kerk is dat de klokkentoren los staat van het schip van de kerk aan de westkant . Deze scheiding tussen schip en toren vinden we terug in vele kerken in de buurt.
Bij vroegere restauratiewerken ontdekte men wandschilderijen: geometrische figuren (spitse driehoeken, een band met vlechtwerk) in enkele kleuren: zwart of donkerblauw en twee tinten oker. Je kan die op mijn foto’s een beetje zien.
Peñalba de Santiago: Santiago kerkje met de kerktoren los van de rest van de kerk (l) ; de steegjes met huisjes met balkon die elkaar bijna raken (m) ; de toegang tot het kerkje met de hoefijzerbogen en de alfiz errond (R)
Het dorpje zelf bestaat uit die typische kleine huizen die ik gisteren vanaf het dorp Arco geregeld te zien kreeg hier in de buurt . Ze zijn gebouwd in bruinrode zware platte stenen en hebben houten balkons die ver uitsteken. Dit dorp is daar een prachtig voorbeeld van en men is voortdurend bezig oude vervallen huizen te restaureren. In het dorpje is er geen enkele auto te zien, want ze mogen en kunnen niet binnen in de smalle straatjes. In de zomer is het hier blijkbaar heel druk, maar vandaag zijn er heel weinig toeristen. Het weer was ook niet denderend in de voormiddag.
Peñalba de Santiago: de rotswand vanPeñalba (l); de brug in de buurt met de slak voor Rientje, (m) ; een zicht van de kleine straatjes en huizen in het dorp (r)
Voor ik rond 13 uur het dorp verlaat, eet ik mijn broodje op dat ik had meegebracht en loop ik daarna nog even langs bij de dame die bij de toegang tot het pleintje bij de kerk zit. Ik mocht mijn batterij van de fiets bij haar wat bij opladen en bedank haar daarvoor. Ik vraag haar of er geen minder moeilijke weg is dan die steile weg terug omhoog. Natuurlijk, zegt ze, volg gewoon de andere weg aan de parking en die loopt niet over de berg maar errond en is niet veel langer. Onderweg zie ik een klein oud brugje met bovenop het beeld van een grote slak. Rientje geeft mij een knipoog. Hij houdt heel veel van slakken.
Deze weg is inderdaad veel gemakkelijker en bijna de gehele tijd is het naar beneden rijden of vlak. Twee uur later ben ik terug in Ponferrada, tevreden, maar ook wat moe van de geleverde inspanningen. Mijn engelbewaarders hebben ervan genoten want zij beperken zich niet tot de hoge gebouwen als er een hoge rotswand is kunnen ze het niet laten van daarnaartoe te vliegen en hier hadden ze zeker die mogelijkheid. Heel de dag vlogen ze hoog in de lucht en ook tussen de wolken, en dat vonden ze super fijn. Ze zijn na de aankomst in Ponferrrda onmiddellijk naar de toren van de Nossa Señora de Encina basiliek gevlogen om goed uit te rusten voor morgen.
Graag wil ik nog eens alle mensen bedanken die het Rinus-Pinifonds hebben gesteund de voorbije 7 à 8 weken. Het geld blijft toekomen op de rekening van de Koning Boudewijnstichting. Het streefcijfer van 10.000 euro is bijna bereikt en daar zijn we bijzonder blij om. We hopen op meer om andere ouders en grootouders die een (klein)kind verliezen beter te kunnen helpen. Ook de verkoop van T-shirts, hoodies enz. van het Rinus Pini Fonds loopt goed en de winst daarvan wordt ook gestort op de KBS-rekening. Duizendmaal dank aan al diegenen die ons steunen en helpen.
Morgen, na een ommetje naar een abdij, rij ik naar Villafranca del Bierzo. Daar hebben we zondag afgesproken met oma, de kleinkinderen, Floris en Mozes en onze dochter, Ann. Twee dagen later komen Solé en twee andere kleinkinderen, Bruno en Leo erbij in Fonfria. Ik kijk er echt naar uit na 8 weken eenzaam te fietsen.
Comments