Gisterenavond heb ik in mijn goed hotelleke lekker gegeten. Het was een plato combinado: biefstuk, een paardenoog (ei), frietjes, slaatje erbij en twee kaaskroketten plus een groot glas witte wijn en een koffie voor 11 . 50 euro. Deze morgen een koppel eieren met 4 sneden bacon, brood , confituur, boteren koffie met melk voor 4,5 euro: een stevige manier om de dag te beginnen. Vanuit Hospital de Orbigo fiets ik eerst 15 km naar Astorga. Bij het binnenrijden van de stad langs de Camino heb je een ijzeren fietsbrug, speciaal voor de pelgrims. Een fietser die de stad verlaat, Emmanuël, staat er foto’s te nemen bovenop de brug en ik doe hetzelfde. Hij is gepensioneerde en doet iedere dag een mooie fietstocht in de buurt "Ik woon in een klein straatje juist voor de kathedraal" zegt hij, "Elke dag zie ik de mooie kathedraal en het19de-eeuwe bisschoppelijk paleis gebouwd door Gaudi; zalig". Dat geloof ik best...
De stad Astorga ontstond ook uit een Romeins militair kamp einde 1e eeuw voor Christus. Het was een communicatieknooppunt in het noordwesten van het schiereiland en de stad was welvarend in de 1ste en 2de eeuw dankzij de goudwinning. De stad maakte deel uit van het Suebi-koninkrijk na de barbaarse invasies en werd in 714 ingenomen door de moslimtroepen. Ze werd al heroverd door de Asturische koning in de 8ste eeuw. Daarna kwam de Morenleideir Almanzour tijdelijk terug. In de 11de eeuw ontwikkelt de stad zich verder dankzij de Camino de Santiago. Begin 19de eeuw werd de stad belegerd door de Fransen. De inwoners maakten het de Fransen bijzonder moeilijk in 1808, maar na 8 maanden verzet moesten ze toch capituleren. Ik rij door de hoofdstraat naar de kathedraal en stop bij een grote muurschilderij; een man met de naam Jesus, nog een jubilado, legt me de mooie muurschildering uit die herinnert aan de heldendaden van de burgers tegen de troepen van Napoleon Hij was een van de figuranten van dit schilderij. Zo vertelt hij mij toch en ik geloof hem graag. Jesus toont mij ook nog vlakbij een muurschilderij die toont hoe men begin 20ste eeuw de Mantecadas, een vierkant madeleine koekje, typisch voor Astorga, hier maakte. Daar zijn de figuranten de arbeiders van de fabriek van ten tijde van het schilderen. Boeiend.
Astorga: de Santa Maria kathedraal , de laat-gotische stergewelven (l); de westgevel met de mooie barokke torens naast de kerk en het rijkelijk versierde barokportaal in het midden (m); het koor achteraan met bovenop een pinakel het personage Pero Mato (r)
De komst van de spoorlijn stimuleert in de 19de eeuw de economische en industriële ontwikkeling. Je vindt er vooral de voedingsindustrie met koekjes en chocolade en ook de vleesindustrie. Nu ook de dienstensector, administratie, handel en cultureel toerisme. De inwoners van Astorga zijn de “Maragatos” en dat verwijst naar een moeilijk te definiëren etnische bevolkingsgroep. Ze hielden zich veel bezig met vervoer en stonden bekend als prima ezeldrijvers. Hoog boven het koor van de kathedraal staat zo een ezeldrijver , Pero Mato, in zijn specifieke klederdracht. Mijn drie engelbewaarders zijn er als "de kippen" bij om ernaar toe te vliegen en dat personage grondig te gaan bekijken. Ze gaan toch ook eens boven op het Palacio Gaugi zitten want van daaruit heb je een prachtig zicht op de kathedraal in het algemeen, ket koor met bovenop het beeldje Pero Mato.
De Santa Maria kathedraal werd in de 16de eeuw gebouwd, maar ervoor was er een romaanse kerk , ingewijd in het jaar 1069, die verdwenen is. De schepen en de apsiskapellen zijn in gotische stijl. Het zuidportaal en twee kapellen, loodrecht op het schip, zijn in renaissancestijl (16de eeuw). De voorgevel en torens van de kathedraal zijn barok ( 18de eeuw). De kerk heeft een basilicaal plan met drie schepen. De zuilen hebben geen kapitelen en ze lopen door tot in de ribben van de gewelven. De twee vierkante barokke torens aan de westkant staan langs de kerk. Er staan spitse leistenen torens op . De kloostergang aan de noordkant van de kerk is neoklassiek uit 1755.
Kathedraal Van Astorga: het barokke altaar buiten de kerk (l); de 16de-eeuwse renaissance koorstoelen (m) en de één van vele retabels, een Hispano-Vlaams gotisch-renaissance (plateresk) retabel van san Miguel
De voorgevel is een goed voorbeeld van de barok, het is een altaarstuk buiten de kerk. De barok heeft immers een duidelijke bedoeling: de mensen de leer van de kerk nog duidelijker te maken. Dat was één van de aanbevelingen in verband met Christelijke kunst van het Concilie van Trente (1545-1563). Boven en rond de ingangsdeur staan scènes uit het evangelie: Jezus die de kooplui uit de tempel verjaagt, de parabel van de overspelige vrouw en twee genezingen: die van een lamme op de sabbat en die van de blinde man uit Bethsaïda (die verkleed is als pelgrim, verwijzend naar de Camino de Santiago!). Men ziet er ook de kruisafneming. In de centrale nis van de gevel ziet men de Tenhemelopneming van Maria. Hoger, in een driehoekig timpaan, ziet men een Santiago met pelgrims. Aan de top van de driehoek staat het mystieke Lam (Jezus christus!), omgeven door vier engelen, Petrus (met sleutel) en Paulus (met zwaard). Het ronde glasraam stelt de verrezen Christus voor. Bovenop een kruis en pelikaan, symbool van de Eucharistie, hij voedt zijn jongeren met zijn eigen bloed volgens de overlevering. Aan de zuidgevel is er een renaissanceportaal met weer de apostelen Petrus en Paulus.
Het 16de-eeuwse retablo mayor, vooraan in de kerk, vertelt het verhaal van Maria en haar zoon Jezus Christus. Het is gemaakt door G. Berrecca die men de Spaanse Michelangelo noemt . Hij leerde de Spanjaarden het Italiaanse Maniërisme toe te passen. De leden van het kapittel zagen erop toe dat de voorschriften van het 16de -eeuwse Concilie van Trente werden gerespecteerd. Dit is slechts één van de vele retabels in de kerk.
De renaissance koorstoelen in het middenschip zijn uit de 16de eeuw. Verschillende beeldhouwers werkten er aan, zoals Juan de Colonia. Toch straalt het geheel een echte eenheid uit. Je ziet er onderaan profeten en andere figuren uit het Oude Testament . Bovenaan apostelen en heiligen. Het Nieuwe Testament steunt immers op het Oude Testament. Het 17de-eeuwse ijzersmeedwerk van het koor is bijzonder waardevol. Tenslotte is er een barok orgel. In de kerk heb je ook nog mooie glasramen, vooral vanaf de 16de eeuw.
Tegenwoordig word je bij een bezoek van de kerk eerst naar het zeer rijke museum gestuurd en kom je ook langs de kloostergang de kerk binnen. Het is in neoklassieke stijl uit 1755 en heeft vijf arcades of bogen, in elke vleugel verbonden door Ionische zuilen .
Vlak naast de kathedraal ligt het bisschoppelijk paleis van Astorga, een modernistisch werk van de architect Antonio Gaudí. Het is ontworpen in de Catalaanse modernistische stijl en is een van slechts drie gebouwen van Gaudí buiten Catalonië. Hij begon er aan in 1890. Het gebouw, in grijs graniet uit de El Bierzo streek vlakbij Astorga, is in neo-middeleeuwse stijl en in harmonie met de (gotisch-renaissance-barokke) kathedraal. Typische elementen van de latere Gaudí zijn : de bogen van de ingang met steunberen en de in de zijgevels geïntegreerde schoorstenen. Gaudí had een vijf meter hoge engel ontworpen om de façade te bekronen maar deze werd nooit gemonteerd. Dit vinden de engelbewaarders bijzonder spijtig. Gelukkig hebben ze mooie engelen gezien op het retablo mayor van het hoofdaltaar waar ze maria naar de hemel dragen. Tijdens de Spaanse Burgeroorlog diende het gebouw als het lokaal hoofdkwartier van de Falange (van Franco) .Na een grondige restauratie doet het nu dienst als een museum voor religieuze kunst , het Museo de los Caminos, gewijd aan de Weg van Santiago.
Mijn hostal in Rabanal del Camino (l); langs de camino; Astorga: het einde 19de-eeuwse bisschoppelijk paleis van Antonio Gaudi binnen (m) en buiten (r)
Na die twee grondige bezoeken is het al ruim 13 uur geworden. Ik fiets nog even door de stad en langs de oude stadwallen waarop je de kathedraal en het paleis van Gaudi goed ziet liggen. Vlakbij zie ik een Dia supermarkt waar ik wat brood, toespijs en een paar pintjes koop en ik vertrek naar Rabanal del Camino. Onderweg lunch ik bij een klein mooi kerkje, toegewijd aan San Esteban of Stefaan. Hij wordt meestal afgebeeld met de stenen van zijn steniging in de hand. Mijn live vader zalige was een "Etienne" en ook aan hem denk ik eventjes bij dat kerkje.
Ik was wel vergeten dat buiten Astorga de Maragateri streek begint. Een bijzonder ruw en bergachtig landschap met een 20-tal dorpen waarvan Rabanal del Camino er één is. Het landschap verandert, maar ook de manier waarop de huizen gebouwd zijn, allemaal in stukken bruine okerachtige rotssteen. Ik moet harder en harder trappen want het landschap is sterk heuvelachtig. Het wordt al lekker warm maar toch beslis ik nog enkele keren te stoppen om een paar foto’s te maken van kerkjes zoals in Santa Catalina en in Ganso . Ik ga ook nog rystig het mooie middeleeuwse dorpje Castrillo de los Polvazares bezoeken. Rond 17 uur bereik ik mijn logies “El refugio hosteria” vlak voor het kerkje van Rabanal del Camino. Het wordt open gehouden door een dame. Ik kan er ook eten en dat doe ik. Er is een speciale ingang om de fietsen te plaatsen en er staan er verschillende: fietsen op de camino is echt "in".
Reeds geheel de dag denk ik aan ons Rientje, want het is vandaag juist een jaar geleden dat het ongelooflijke gebeurde en dat we op dit uur in het UZ Antwerpen waren waar hij was opgenomen. De volgende morgen werden we om 2 uur 's nacht wakker gebeld door een wenende zoon Tim die ons meedeelde dat het UZ A alle toestellen had gestopt en dat Rientje naar de hemel vetrokken was. Het is spijtig genoeg alsof het gisteren was. Gelukkig weet ik dat hij hier bij me is als één van mijn engelbewaarders die ervoor gezorgd hebben dat ik veilig en gezond zo ver ben geraakt. Ik bel lang met Magda, want ook op het thuisfront probeert zij (altijd) een steun te zijn voor Yasmine, Tim en de kleinkinderen. Ik bewonder haar daar echt voor. Maar ook zij heeft het heel moeilijk, want haar Rientje (Dientje, omdat hij verzot was op dino’s) was haar beste vriendje. Hopelijk slaapt ze toch wat deze nacht.
Morgenvroeg rij ik naar de Cruz de Ferro op 1500 meter om er de keitjes te leggen die ik van thuis heb meegebracht. Ik heb er speciaal drie grote mee voor mijn drie engelbewaarders. In mijn volgende blog vertel ik daar meer over.
Comments