Na volle twee dagen en drie nachten Leon dacht ik uitgerust te zijn, maar niets is minder waar. Er is zoveel mooie zaken in dergelijke steden te zien dat je geen tijd genoeg hebt, maar uiteindelijk doe je jezelf dat aan. De drie engelbewaarders zijn goed op tijd klaar en zien het zitten om erin te "vliegen"… Ik zie het minder zitten. Mijn rechterschouder doet nog altijd (te)veel pijn en stoort mij bij het rijden. Ik ben 7 weken op stap alleen. Dat vind ik fijn maar Ik mis Magda en mijn kinderen, schoonkinderen inbegrepen, en kleinkinderen. Daarenboven is het overmorgen één jaar geleden dat ons Rientje in de spoeddiensten van het ziekenhuis werd opgenomen en spijtig genoeg overleed....Het wordt een superzware dag voor de papa en de mama, hun kinderen , de oma's en opi enz.
Wat missen we hem toch ongelooflijk veel. Het is alsof je het allemaal terug meemaakt. We hopen nog altijd dat hij plots onze huiskamer zal binnen stappen. Je hoopt dat "het" niet zal gebeuren, maar "het" is al gebeurd. We weten nog precies wat we dat weekend deden, want hij was de zaterdagavond en tot de zondagmiddag bij ons. Hij had nog tussen ons in bed gelegen. We hadden nog samen ontbeten. Op de middag hadden we hem naar de papa gebracht en waren Magda en ik naar de opera vetrokken. Bij het buitenkomen van de opera een noodkreet op Whatsapp "Rientje is aan het sterven. Hij is waarschijnlijk al dood, dood, dood"... de wereld zakt weg onder je voeten. Je weet niet wat je doet of wat je moet doen. We worden meegesleurd door het noodlot in een moeras van ontzaglijk verdriet, pijn en wroeging en we geraken er nooit meer uit...Eerst met de trein naar Leuven, dan met onze zoon Free naar UZ Antwerpen, de papa en kleinkinderen in shock, de pogingen om de mama te verwittigen die onderweg was naar Malaga met de oudste Robin...een lijdensweg begon en hij blijft maar duren. Daarboven gaven ze "niet thuis" en werden onze geprevelde gebeden niet verhoord. Steun van daarboven hebben we sindsdien nog helemaal niet gekregen...maar misschien ben ik teveel eisend. Alle klaagpsalmen (zoals 13, 77, 80 , 88) zijn niet sterk genoeg om mijn gevoelens over God uit te drukken...
Plots wordt hij uit ons leven gerukt en wordt ons hart letterlijk uit ons lijf gerukt voor altijd. Konden we de tijd maar terugdraaien, maar dat kan niet. Helaas. We vergeten hem nooit. We missen hem elk moment. Hij reist met mij mee als engel... maar het doet zo een pijn... Mijn drie engelen zijn vandaag bijzonder stil, ik voel het, ook zij weten welke dag het is en weten niet wat ze moeten doen om mij wat op te beuren. In al mijn verdriet ben ik toch blij dat ze mee zijn...
Terwijl ik mijn fiets aan het laden ben, toont de mevrouw aan de receptie me een paar foto’s van San Miguel de la Escalada dat ik donderdag had bezocht. Ze vindt dat ook zo een inspirerende plaats. Ik vind dat ook, maar het is ook een plaats waar ik tot rust kom. Waar je uren kan zitten als niemand de rust verstoort. En dat was vorige donderdag zo. Ze toont mij ook haar foto's van het Mozarabische kerkje van Santiago de Peñalba in de bergen buiten Ponferrada. Ik heb gepland van ernaar toe te gaan en dat doe ik dus zeer zeker.
Om de stad te verlaten langs de Camino , zegt ze, rijd je het best voorbij de kathedraal, dan voorbij de basiliek van San Isidoro en voor het San Marcos Monasterio en dan ben je op de Camino die je gewoon moet volgen.
Leon: MUSAC, Museum of Contemporary Art of Castilia and Leon met gekleurde glaspanelen (l); het Monasterio San Marcos , vroeger ziekenhuis nu Parador de Platereske Renaissance hoofdingang met Santiago de Matamoros (m) en laat-gotische (museum)kerk ernaast (r)
Het San Marcos Monasterio heb ik de vorige twee dagen niet bezocht. Ik ben dat volledig vergeten, ongelooflijk, maar het ligt wel niet in het centrum. Geen nood, je komt er toch voorbij, zegt de dame. Rij dan ook even tot bij het MUSAC, het nieuwe Museum of Contemporary Arts of Castilia and Leon, voegt ze eraan toe, ze hebben met gekleurd glas geprobeerd de kleurenweelde van de glasramen van de kathedraal na te bootsen. Ik vertrek en ben snel aan het San Marcos hospitaal, want het is zondag en het is super rustig in de stad.
Het Monasterio San Marcos is nu een Parador, een 5 sterrenhotel dat niet wordt bezocht. Maar het buitenzicht is adembenemend. In de middeleeuwen was het Monasterio San Marcos een ziekenhuis voor de pelgrims en na een verbouwing in de 16de eeuw werd dit indrukwekkende gebouw de hoofdzetel van de militaire orde van Santiago. Later heeft het nog vele functies gehad: een militaire gevangenis, een concentratie kamp onder franco, een school om veeartsen op te leiden enz. Boven de midden-ingang staat nog een beeld van Santiago de Matamoros. Ik heb ooit in die parador geslapen op de kosten van een ander natuurlijk… In 1992 organiseerde ik voor DG EAC a European Mobile Summer University for H.Ed. teacher education institutions met 80 deelnemers uit 12 landen. Het loont de moeite om ook eens rond dit gebouw te rijden, dan zie je het grote verschil tussen de prachtige voorgevel en de achterkant van het gebouw, dat gewoon lelijk is. De kerk is gesloten maar heb ik ze vroeger al bezocht. Ik herinner me de prachtige laat-gotische gewelven en het mooie retablo mayor van de kerk en ernaast de kloostergang herbouwd in de 16de, 176de en zelfs 18de eeuw. Na een kwartiertje observatie van de gevel en de kerk rij ik verder op de camino die er juist voor loopt.
Ik volg de raad van de receptioniste en rij naar het MUSAC, maar daar ben ik ontgoocheld want het is helemaal niet wat ik verwacht had en het geeft me geen “waaww” effect. Eerder “is het dat maar”. Nochtans als ik de foto’s bekijk die ik heb genomen, zie ik er wel wat in. Oordeel zelf maar als je de foto’s bekijkt. Ze hebben de kleuren gebruikt die je ook in de glasramen van de kathedraal ziet maar in het geheel zit geen of niet veel leven. Het zijn grote vlakken kleur allemaal door elkaar, meer niet... Het geeft je geen enkele boodschap!
Het is zeer goed aangeduid hoe je als fietser de stad moet uitrijden. Na enkele kilometers, juist voorbij de afslag van de luchthaven, heb je de Virgen del Camino kerk. Ze ligt langs de Camino en je kan ze niet missen. Een herder heeft begin 16de eeuw een verschijning van Maria die hem aanwijst waar ze een nieuwe kerk wil. Eerst wordt er een kapel gebouwd en dan een Hermitage of kluizenaarswoning. 4 eeuwen later wordt met het geld van een Spanjaard die is uitgeweken naar Mexico en daar een fortuin heeft verzameld met zaken doen, deze moderne kerk gebouwd in de jaren 1950. De langgerekte bronzen beelden van Maria en de apostelen aan de voorkant en de toegangsdeuren stellen het Pinksterverhaal voor. Boven de hoofden verschijnen vurige tongen. De vlam boven Maria is een kroon. Ze staan naast elkaar op een achtergrond van betonnen stroken en gekleurd glas. Santiago herkent men aan de gestileerde schelpen. Binnen heb je een mooie sobere ruimte met achteraan moderne glasramen (met veel blauw) van een hedendaagse glazenier van Chartres. Vooraan heeft men een 18de-eeuws retabel geplaatst met in het midden het 16de-eeuws Mariabeeld, een piëta, zoals de herder het beschreven had. Een geslaagd huwelijk tussen oud en nieuw. Die barokke toets in een sobere moderne kerk vind ik persoonlijk zeer geslaagd.
De moderne Virgen del Camino kerk: uit de jaren 1950: de moderne glasramen (l); het barokke retabel fleurt het sobere interieur op (m); de voorkant van de kerk met de hoofdingang en daarboven de beeldengroep van Pinksteren met vurige tongen op hun hoofden;
Maria in het midden staat wat hoger met een kroon op het hoofd (r)
Terug de fiets op om de buitenwijken van Leon te verlaten, maar ze hebben daar een groot nieuw verkeerskluwen gebouwd, waardoor er naast de oude Camino een alternatieve Camino is. Ik neem, natuurlijk, de verkeerde, want ik kom op een stuk met veel stenen en keien. Na enkele kilometers rij terug en neem de andere weg , oude Camino die toch ook niet fantastisch is . Tenslotte beland ik terug op de N 120 waarlangs de Camino loopt ook voor de stappende pelgrims en ik beslis gewoon langs die N 120 te blijven fietsen, want er is toch niet zo veel verkeer op zondag. Er zijn vooral praktisch geen vrachtwagens. Ik moet eraan toevoegen dat de zware vrachtwagens meestal wel echt heel voorzichtig zijn met fietsende pelgrims en ver uitwijken.
Eenmaal voorbij Leon is het eerste stuk van de Camino bijna eentonig vlak met weinig hellingen. Terug veel maïsvelden en graangewassen. Geen windmolens, want geen heuvels, maar wel af en toe grote structuren met draaiende zonnepanelen. Onderweg zijn er verschillende dorpjes met gelijkaardige pittoreske kerkjes met ooievaars op, zoals Valverde de la Virgen en de San Martin del Camino kerk in het dorp met dezelfde naam. Ook aan het begin van de brug van Orbigo, die ik rond 14 uur bereik na ongeveer 45 km gefietst te hebben, staat zo een kerkje.
Hospital de Orbigo: de lange Puente de Orbigo (l); het kerkje Nuestra Señora de la Purificacion met ooievaars aan de kant van de brug buiten het stadje (m); de draaiende zonnepaneelstructuren in de velden onderweg.
Hospital de Orbigo is vooral gekend voor zijn Puente de Orbigo. De Hospitaalridders waren al rond 1173 hier aanwezig en bevorderden de ontwikkeling van het stadje door er een ziekenhuis te beheren dat tot 1850 werkte. Er is de “oude” brug over de Orbigo rivier die de pelgrims gebruikten en nog gebruiken. Er zijn verschillende kerken: een 1ste kerk naast het stadhuis aan de westkant van de lange brug is de San Juan Battista; aan de andere kant, de oostkant van de brug is er een 2de kerk, de Nuestra Señora de la Concepcion .Vroeger was de rivier onstuimig na periodes van hevige regen en sneeuw in het Cantabrische gebergte. Nu wordt het water in grote reservoirs opgevangen die de basis vormen van een irrigatienetwerk voor de landbouw. De grote overstromingen verklaren de lengte van de brug: 21 bogen en 204 meter lang. Sommige bogen zijn Romeins, middeleeuws, renaissance en zelfs uit de 19de eeuw. De brug is juist breed genoeg voor één ossenwagen. Daarom zijn er geregeld uitwijkplaatsen.
Ze wordt ook de “brug van de middeleeuwse steekspelen” genoemd. De legende van Don Suero de Quiñones vertelt dat deze edelman stapelverliefd was op ene Doña Leona. Hij droeg een zilveren ring rond zijn hals als teken van zijn amoureuze verslaving. Maar de liefde was niet wederkerig. Om toch zijn adellijke eer te redden organiseerde hij steekspelen als duel met vele ridders op deze brug in de zomer van 1434. Hij wou 300 lansen van ridders “breken”, maar slaagde daar slechts 166 keer in. Hij schonk de halsband aan de kathedraal van Santiago. Deze hangt nu nog altijd aan het borstbeeld van Santiago. Om deze reden staat de brug bekend als Paso Honroso de Armas of de “Eervolle doortocht van de wapens”. In de zomer organiseert men naast de brug alle soorten middeleeuwse spelen en activiteiten die vele toeristen trekken.
Ik heb een kamer in de Hostal Paso Honroso, maar heb niet de bedoeling aan steekspelen deel te nemen. De Hostal is een groot baan café met een eenvoudig restaurant Het boeit me ook niet om naar dergelijke spelen te komen kijken. Wat rusten, mijn blog schrijven, dan een plato combinado eten en op een deftig uur naar bed.
Een affiche van de steekspelen (l); De Nuestra Señora de la Concepcion aan de oostkant van de rivier (m) en het kerkje van San Juan Battista in het oude centrum van Hospital de Orbigo
Morgen rij ik over Astorga naar Rabanal del Camino, waar Magda nog een hostal voor mij heeft gereserveerd. De dag daarop , op 28 juni fiets ik naar de Cruz de Ferro op 1504 meter, waar ik veel tijd wil nemen met en voor mijn drie engelbewaarders. Ik wil er al de keitjes leggen die ik meeheb voor alle drie. Speciaal ook voor ons Rientje, want het is dan juist één jaar geleden dat hij naar de hemel vertrok. Hij werd er zoals Wim en Bert opgeleid tot engelbewaarder en nu zorgt hij o.a. voor zijn opi op deze pelgrimstocht die soms het noorden, letterlijk en figuurlijk, kwijt is.
Comments