Na een weldoende nacht met zelfs een beetje regen, fiets ik rond 8 u 30 het stadje (of eerder het dorp) Santa Domingo de Silos uit. Ik moet enkele kilometers de BU 901, de Camino del Cid terug fietsen en dan links afslaan op de BU 900 en gewoon deze baan volgen naar Lerma. Het is een mooi glooiend landschap en weinig verkeer op de weg, maar wel al lekker warm. Ik hoop rond 13 u. ter plaatse te zijn want, deze namiddag verwacht men rond de 40 graden.
Ter hoogte van het dorp Santibàñez del Val staat een informatiebord van de Junta de Castilia e Leon waarop vermeld staat dat er op 6 kilometer van de weg een bijzonder mooie kluizenaarswoning, de Ermita Santa Cecilia uit de 10de en 12de eeuw, te zien is. Daarenboven is het een Mozarabisch kerkje en dat betekent dat je in het gebouw heel wat Moorse invloeden terug vindt. Aan zo iets kan ik niet weerstaan en ik beslis met plezier die extra kilometers te rijden.
Het kerkje ligt op een hoge rots, vlakbij een riviertje met een Romeinse brug. De voorkant van het kerkje geeft uit op een mooie helling naar de tarwevelden. Ik verlaat dus de gewone weg en rij in de richting van de heuvels en de rotsen die ik in de verte zie liggen.
Mozarabische Ermita van Santibàñez del Val: het in steen uitgehouwen kruis aan de zijkkant (l), de gehele Ermita met het kerkje (m), de mooie narthex met een vloer van op hun zijkant-liggende keien en het glooiende landschap ervoor (r)
Mijn verwachtingen worden helemaal ingelost. Een klein kerkje met een prachtige narthex, een soort toegangsruimte met een deur en vier openingen met lichte hoefijzerbogen. Op de grond terug van die keien die op hun zijkanten in mooie patronen vastgemetst zijn o.a. in een vispatroon . Typisch voor de christenen aangezien het woord “vis” in het Grieks “ICHTUS” is en dat je met elke letter van dat woord “Iesous Christos Theou Yios Soter” kunt vormen of "Jezus Christus zoon van God , redder". Aan de buitenmuur van het koor staat ook een bijzonder mooie steen uitgehouwen in de vorm van een kruis. De kleur van de steen van het geheel sluit aan bij de kleur van de tarwevelden.
Ik ga even zitten voor de narthex en stuur naar Magda, haar zus Hilde en schoonbroer John enkele foto’s door, want die houden ook veel van romaanse kunst. Hier is niets anders te zien dan velden en niemand te bespeuren. Dan spring ik terug de fiets op . Ik rij toch even verder door op dat kleine wegje naar Barriosuso (het dorp dat boven ligt). Onderweg kom ik door een heel mooi stuk natuur met indrukwekkende rotsen . Ik hou van de combinatie natuur en cultuur. De plaats waar iets gebouwd werd, vertelt je al heel veel over het gebouw zelf. In dat dorp ligt ook een piepklein kerkje dat ik vlug aan de buitenkant bekijk en op de foto zet. Voorzichtig terug naar beneden, want de weg is steil, in de richting van de grote weg. Daar stel ik plots vast dat ik mijn helm vergeten ben aan de ermita. Ik fiets, met plezier, verschillende kilometers terug en de helm ligt nog mooi op mij te wachten.
Een beetje verder splitst de weg en neem ik de BU 900. Zo kom ik voorbij het dorpje Quintanilla del Coco waar ik bijzondere schoorstenen heb gezien op oude huizen. Ik wil weten tot wat zo een schoorsteen dient en stel de vraag aan een vriendelijke man die me uitlegt dat dit grote schouwen zijn van openhaardkeukens waarin men vroeger de ham te roken hing. Elke plattelandsbewoner hield enkele varkens en rookte dus zijn eigen hammen. Nu doet men dat niet meer, want, zegt hij al lachend, niet alleen de ham werd gerookt, maar het gehele huis werd zwart gerookt. De man die me dat vertelt, is Antonio, geboren in Madrid maar die nu hier is komen wonen als jubilado (gepensioneerde) omdat het leven hier rustiger is en goedkoper. Hij geniet hier van de rust want Madrid was te druk geworden voor hem.
Schoorsteen om ham in te roken (l), Kerkje van Quintanilla del Coco. (m) en kerkje van Barriosuso (r)
Hij waarschuwt me nog dat een zware beklimming op me wacht om het dorp te verlaten, maar een keer die enkele kilometers voorbij wordt het vlak, voegt hij er aan toe. We nemen afscheid van elkaar en hij belooft naar de blog te kijken. Ik heb hem een kaartje gegeven. Wat hij zei van een steile klim blijkt juist te zijn, maar het valt toch mee en daarna is het relatief vlak en super mooi tussen de tarwevelden. Ik geniet echt van het contact met de natuur waar ik alleen ben en meer tijd heb om te waarderen wat ik allemaal zie. Hier in de buurt wonen kolonies roofvogels waaronder volgens sommigen, een soort gieren. Ik zie ze in de lucht zweven met grote uitgestrekte vleugels, maar slaag er niet in hen te fotograferen. Ik heb veel lucht, maar weinig vogels of ze zijn piepklein op mijn foto’s.
Deze streek (van de Arlanza rivier) werd in de 9de eeuw al op de Moren heroverd en de toenmalige koning van Castilië heeft onmiddellijk daarna een “Repoblacion” (herbevolking) politiek doorgevoerd. Spanjaarden uit andere streken werden verplicht naar hier te verhuizen om deze veroverde gebieden te bevolken. En dat is gelukt. Vele nieuwe kleine dorpen ontstonden en de landbouw ontwikkelde zich sterk. Daardoor spreekt men ook soms van repoblacion architectuur omdat iedereen elementen van zijn vroegere lokale bouwstijl meebracht naar deze nieuwe dorpen en die samenbracht in de nieuwe gebouwen die er werden opgetrokken.
Nebreda: Kerk met mooi beeld van Maria en Jezus met een appel in hun handen verwijzend naar de verlossing van de zonde (van Eva en Adam) die Hij brengt (l)), de zuidelijke ingang met het Mariabeeld bovenop (m) en zicht van de gehele kerk met errond veel cipressen, symbool van de dood, aangezien er vroeger waarschijnlijk een kerkhof was naast of rond de kerk (r)
Het volgende dorp langs de BU 900 is Nebreda, waar ik vanaf de weg een zeer mooie kerk zie liggen. De kerk heeft heel wat gotische elementen, maar de zuidelijke ingang is herbouwd in renaissancestijl met een opvallend Mariabeeld. Ik vraag aan een man, die Salvador blijkt te heten, of ik de sleutel van de kerk niet kan vastkrijgen. Dat zal blijkbaar niet lukken. Hij is heel zijn leven landbouwer geweest en op zijn 78ste heeft hij alleen nog een groenten-tuintje. Hij zegt dat hier vroeger veel wijngaarden waren, maar nu zijn het vooral graangewassen en zonnebloemen want dat brengt veel meer op. Hij benadrukt dat we nog altijd in de vallei van de Arlanza zijn en nog niet in de tierra de campos. Je zal die vanaf morgen zien , zegt hij, als je in de regio Palencia bent, als je de Camino de Santiago terug vervoegt in de buurt van Castrojeriz. Daar zijn nog veel meer graangewassen.
Castrillo Solarana : romaans koor van De san pedro kerk(m) ; Kerkje van Solarana met Vlaamse ingang (r)
Ik ben vlakbij Lerma, maar ik maak toch nog drie haltes: halte één in Solarana met het toegangsportaal van de kerk Nuestra Señora de la Asunción in Vlaamse stijl en ook een unieke 15de-eeuwse doopvont of Pila Bautismal. Als men hier van Vlaamse stijl spreekt bedoelt met een laat-gotisch gedeelte zoals een portaal met links en rechts precies twee pinakels (torentjes) die je normaal boven op de kerk staan. Vlaanderen heeft heel veel sporen nagelaten in Spanje. Halte wee is vlakbij in Castrillo Solarana, dat zo heet omdat het San Pedro kerkje op een hoogte gebouwd is en op een versterkte kerk gelijkt. THalte drie bij het kerkje van Santa Maria van Revilla Cabriada. Alle drie zijn gedeeltelijk in romaanse, gotische en renaissancestijl gebouwd. De romaanse delen zijn bijzonder mooi. Heel weinig toeristen komen hier voorbij en zeker geen pelgrims. Spijtig want ze zijn allemaal super mooi.
Lerma: San Pedrokerk (l), Hertogelijk paleis,: binnen nu luxe hotel Parador. (m) en buiten totaal zicht (r)
Rond 14 u. ben ik in het stadje Lerma, in de vlakte van de Arlanza rivier, maar boven op een heuvel gelegen. Dat voel ik aan mijn benen, want mijn casa rural ligt bijna op de top van de heuvel, naast de Plaza Mayor. Het inchecken gebeurt heel vlot, zoals bijna overal. Je kan hier heel vroeg je kamer krijgen. Vlug ga ik naar een supermercado om wat eten, drank en ijsblokjes te kopen. Die leg ik in mijn wasbak om alles, vooral mijn pintjes, fris te houden. Als de grote hitte (40°) voorbij is, ga ik om 18 u op het toerismebureau wat informatie halen om op twee uur tijd Lerma te bezoeken en dat kan. Het stadje werd groot dankzij de hertogen van Lerma. Dankzij hen is Lerma nu het beste voorbeeld van een 17de -eeuwse stad in Spanje. Alles werd er toen gebouwd of herbouwd: het hertogelijk Paleis (nu een duur Parador hotel), de collegiale kerk, het hospitaal, verschillende kloosters, parken, paleizen, kanalen, bedrijfsgebouwen, molens enz. Alles in een classicistische barokstijl die voor Spanje sober overkomt. De foto’s die ik heb genomen geven een sfeerbeeld van het stadje. Ik nam de foto’s tussen 18 u. en 20 u en toen was er nog heel weinig volk op straat.
Lerma: mijn casa rural (deel van een oud paleisje), een van de vele kloosters (m) en één van de oude stadspoorten (r)
Het was toch weer een fijne dag, in feite een rustige dag en mijn drie engelbewaarders hebben er ook van genoten. Ze waren het meest onder de indruk van de Ermita Santa Cecilia, de Mozarabische kluizenaarswoning uit de10de-12de eeuw. Ze zullen het aan Santa Cecilia ook zeggen als ze verslag uitbrengen daarboven. Vanavond eet ik typisch Spaans, een paella: ik heb die in het grootwarenhuis Lupa gekocht, want ik ben te moe om nog uit te gaan eten…Een tweede zak ijs was ook al nodig om de drank koel te houden
Morgen vervoeg ik de Camino de Santiago ter hoogte van Castrojeriz en dan blijf ik op de Camino met slechts twee kleine uitzonderingen. Ik wil nog San Miguel de la Escalada in de buurt van Leon en Santiago de Peñalba in de buurt van Ponferrada bezoeken die allebei wat van de Camino afliggen. Ik ben al meer dan 40 dagen onderweg. Binnen twee weken zijn Magda, Ann, Solé en vier van mijn kleinkinderen bij me: ik kijk er ongelooflijk naar uit. Mijn engelbewaarders hebben tot nu toe schitterend voor mij gezorgd en ik ben hen daar zeer dankbaar voor. Het zou zo saai zijn zonder hen. Te weten dat ze erbij zijn geeft mij de moed verder te trappen. ..
Lerma: gelegen te midden van graanvelden (l), de oude middeleeuwse brug en San Pedrokerk (m) en een ontmoeting met de behulpzame Nederlandse fietser, Hans, in de hall van onze casa rural (r!
Comments