top of page
Foto van schrijverYves Beernaert

Dag 36: 12 juni 2022 : van Villafranca Montes de Oca over San Juan de Ortega naar Burgos

Bijgewerkt op: 29 dec. 2022

Na een lekker ontbijt maak ik me klaar om te vertrekken en dat vraagt altijd wat tijd. De vier tassen goed vastklikken op de long tail van de fiets. Daarna de tas vooraan, waarin de computer en andere belangrijke zaken zitten . Twee Amerikanen zitten te wachten op een taxi, want ze hebben pijnlijke voeten en zien het niet zitten om vandaag te stappen. Dan nemen ze maar de taxi. Het zijn Kevin Self en zijn vrouw Mary Alice uit Frederik Maryland, bij Washington DC. Ze doen de Camino om religieuze, spirituele en culturele redenen en om mensen te ontmoeten. Ze genieten ervan in aanraking te komen met Europese cultuur en zoveel verschillende mensen van over de gehele wereld. Ze vragen nog snel een paar suggesties van wat ze zeker in Burgos moeten zien: de kathedraal, de San Nicolas kerk, het klooster las Huelgas Reales en de Cartuxa de Miraflores. Het gesprek moet stoppen want de taxi is er. Terwijl ik vertrek wensen me twee vriendelijke mensen me nog een “Buen camino” in het Portugees, maar als ik even navraag zijn ze uit Brazilië. Later zie ik ze terug in San Juan de Ortega en hebben we nog wat verder kunnen praten in het Engels. Ik heb al meer Brazilianen ontmoet, zoals Marcos Bosquetti, de prof toerisme in Orthez. Vaak zijn dergelijke pelgrims op zoek naar hun religieuze of culturele roots die in Europa liggen.

Ik rij de weg op en het is bijzonder rustig. Het is zondag. Ik had me al afgevraagd waarom deze streek Montes de Oca wordt genoemd. Nu weet ik het: gedurende 12 km is het klimmen tot op 1150 meter om de Puerta de la Pedraja te bereiken. Het is een onbewoonde streek zonder huizen, boven op de heuvel. Niet te verwonderen dat hier in de middeleeuwen vooral dievenbendes het de pelgrims moeilijk maakten. Gelukkig waren er mensen zoals San Juan de Ortega om hen bij te staan, te helpen en te beschermen.

Puerta de La Pedraja 1150m (l), San Juan de Ortega : San Nicolaskerk (m) en links ervan de San Martinkerk (r)


Zo bereik ik dan het Monasterio San Juan de Ortega. Alles begint in de 12de eeuw als een edelman, Juan de Quintanaortuño, volgeling van Santo Domingo de la Calzada, na zijn tocht door het Heilige Land, zich in de Montes de Oca vestigt, samen met zijn broer Martin, om de pelgrims te helpen. Hij bouwde een hospitaal, een hostal, bruggen, wegen en een kapel voor Sint Nikolaas van Bari, omdat deze hem van een schipbreuk had gered. Later ook de kerk San martin. Deze sint werd inderdaad aanroepen door scheepslui (die hij vaak van de dood redde) en wordt o.a. soms met en schip afgebeeld of met de kinderen in een kuip die hij terug levend maakte door er zijn bisschopsstaf in te plaatsen. San Juan en zijn broer plaatsten er de relikwieën in die zij uit het Heilig Land hadden meegebracht. De oudste gebouwen zijn verdwenen maar, we zien nu nog de laat-romaanse en vroeg-gotische delen en ook het 17de-eeuwse grote klooster in Herrerian-barokstijl dat gerestaureerd wordt. In de 15de of begin 16de eeuw is de kleine kloostergang, "el claustrillo", gebouwd , eerder een kleine patio met bogen dat tegenwoordig deel is van de herberg voor pelgrims. In 1835 werd door de staat het klooster afgeschaft en verkocht. Dit gebeurde tijdens de gekende of beruchte "desamortización" waarbij kerkelijke eigendommen werden aangeslagen en verkocht door de liberalen. Het klooster werd verlaten en verviel. In de jaren 1950 begon men het te restaureren . Hieronder enkele van de mooie kunstwerken die je kan zien in de Sint Martinuskerk en in de Sint Nicolaskapel, die alle twee delen van het klooster zijn.


Het 15de-eeuwse albasten praalgraf van de heilige man, Juan de Ortega in de Sint Martinuskerk staat midden in het transept. Daaronder is er de crypte waar de overblijfselen van de heilige bewaard werden. De eenvoudige niet versierde sarcofaag met zijn stoffelijke resten, staat nu in het koor van de Sint Nicolaskapel. Er liggen altijd bloemen op; de pelgrims zijn hem nog steeds dankbaar. De kapel van San Nicolás de Bari is het oudste gebouw van het Monasterio de San Juan de Ortega en staat links achter de Martinuskerk, met een apare ingang . De Monasterio de san Juan de Ortega had tot de 15 de eeuw een gemeenschap van kanunniken die de regel van de H. Augustinus volgden. Daarna werd het een gemeenschap van Hieronymieten, een comtemplatieve orde ontstaan in 14de eeuw.

Monasterio de San Juan de Ortega: sarcofaag van san Juan in de San Nicolas kapel (l) Retabel van San Jeronimo die zich met een steen op de borst klopt, uit boete,(m) en Albasten graf van San Juan (r) allebei in de San Martin kerk (r)


Vandaar dat het retabel op de zuidelijke muur van de Martinuskerk toegewijd is aan San Jeronimo (Hiëronymus). Het onderste deel van het retabel vertelt o.a. het verhaal van de leeuw die genezen werd door de Heilige Hiëronymus. in het middendeel doet de heilige boete door zich met een steen op de borst te kloppen. Boven hem staat een tondo met Maria met Jezus.

Veel mensen komen in de Sint Martinus kijken naar El Miraglo de la Luz : het mirakel van het licht. Het drievoudige kapiteel / kapitelen in de linker apsis van de Martinuskerk wordt of worden tijdens de lente- en herfstequinoxen – respectievelijk rond 20 maart en 22 september – beschenen door een zonnestraal die door het westelijke gevelraam valt en in een perfecte volgorde de die opeenvolgende scènes op de kapitelen belicht: de Boodschap aan Maria die haar handen ontvankelijk open houdt; Maria en haar nicht Elizabeth (Maria met haar hand op de buik van Elizabeth in verwachting van Johannes de Doper) ) en de geboorte van Jezus met de boodschap aan de herders met de schapen .

Monasterio de San Juan de Ortega: ingang tot de albergue en toegang tot San Nicolas kapel (l). Kapitelen van El Miraglo de la Luz, het mirakel van het licht, (m en r) in de linkse apsidale kapel van de san Martin kerk


Terwijl ik aan het wachten ben tot de San Martin kerk in San Juan de Ortega open gaat, ontmoet ik er ook nog een Duitser, Dieter, een ingenieur waterbouwkunde. Hij loopt heel Europa af om op de hoogste breuklijnen te stappen, daar waar het water aan de ene kant naar de Middellandse zee vloeit of aan de andere kant naar een andere zee of oceaan. Hier dus de Atlantische oceaan.. Waarom niet? een boeiende manier om een land te leren kennen. Het is wel de eerste keer dat ik iemand ontmoet die als 1ste hoofdreden voor een bezoek aan een land, hydrologische interesse vermeldt. Hij vertelt me dat hij en zijn vrouw een kindje verloren op 5 maanden door wiegendood. Dat vergeet je ook nooit, zegt hij. Hij denkt er nog elke dag aan.


Twee Fransen, Marc en Josette, staan vol bewondering te kijken naar Tim zijn Riese Müller fiets. Ze wachten in de rij om logies vast te krijgen in de pelgrimsherberg van San Juan de Ortega, in een gemeenschappelijke slaapzaal. Je moet er vroeg voor op stap gaan en er vlug bij zijn, want de plaatsen zijn beperkt. Meestal zijn alle plaatsen om 11of 12 uur al uitgedeeld. Marc wil weten wat het Rinus-Pinifonds is op de tas van mijn fiets. Na een korte uitleg vertelt hij dat hij ook jong een broer verloor en dat hij er nog elke dag aan denkt. Later als ik in de pelgrimsherberg een stempel voor mijn credential ga halen zie ik Marc en Josette terug en ze hebben een plaats in de slaapzaal…prima zo. In feite zijn ze met drie. Zij stappen niet; hun taak is 's morgens naar de volgende halte te rijden met de wagen en drie bedden te bemachtigen ; de 3de persoon is een vriend die elke dag 20 à 30 km stapt. Een strategie die blijkbaar loont.


Marc verontschuldigt zich dat hij tijdens het gesprek , wat eerder, eventjes weende toen hij aan zijn broer dacht. Dat mag, of beter gezegd dat moet: om het verlies van een dierbare te blijven wenen. We mogen en zullen hen nooit vergeten…Rientje, Bert en Wim niet. Ons Rientje was het liefste en meest attente kindje dat men zich kan indenken en ook de andere engelbewaarders, Wim en Bert, waren lieve fijne mensen. We voelen elke dag de pijn van het gemis. Elke dag wenen Magda en ik ook, meestal samen in stilte. Ook dat is een vorm van gebed zeggen Bert en Wim en dat is inderdaad zo. Lachen is ook een gebed evenals een vriendelijk gebaar of een attentie voor iemand een gebed kan zijn. Zelfs stilte is een gebed...merkte Bert al eerder op.


En nu maar trappen naar Burgos, nog een 25 km. Als we eraan komen is Wim één en al opwinding. Magda heeft een hotelletje gevonden in de Santa Clara wijk en nog wel in de Santa Clarastraat. Er is ook een Santa Clarakerk, een Santa Clara café enz. Wim stelt voor aan Bert en Rientje dat ze op de toren van dit Santa Clarakerkje gaan slapen. Geen probleem; hij zal dromen van zijn lieve (en mooie) Clara en hun twee mooie lieve kinderen. Ik logeer in een klein kraaknet hotelleke met onderaan een typische Spaanse koffiebar waar de mensen uit de buurt heel de dag langs komen ook voor een ontbijt. De dame die de receptie en de koffiebar doet samen met een collega, geeft me vlot mijn kamer. Er is ook een ruimte voor mijn fiets te plaatsen en op te laden. ik verfris me kort en vertrek voor een eerste verkenning naar het oude centrum, een 15 minuten tot aan de kathedraal.


Burgos is een stad met 250.000 inwoners en met veel industrie in de voorsteden, zodat je lang door een minder fraai gebied moet rijden, maar het is zondagnamiddag en er zijn geen vrachtwagens op de weg. Wat prima is en rustig.

Ik wil nog even het oude centrum van Burgos verkennen om na te kijken wanneer alles open is. Ik vraag de weg aan een oude man (zoals ik!), José Manuel, en die staat er op om met me mee te wandelen tot aan het oude centrum, het casco historico of monumental, zoals ze dat hier noemen. “Ik maak elke avond een wandeling en ik kan dus even goed even met je meelopen”. Een buitenkansje voor mij. Hij loopt over de San Pablo brug, langs de mooie paseo met veel groen en veel terrasjes die zich na 18 u stilaan beginnen te vullen. We lopen de oude stad binnen aan de Santa Maria brug en onder de oude stadpoort van Santa Maria door , recht naar de Santa Maria kathedraal. Hij toont me vanwaar je de mooiste foto’s kan maken van de gotische kathedraal met twee slanke opengewerkte torens aan de westkant. Er is ook nog een prachtige stompe vieringtoren, versierd met kleine torentjes, cimborrio genoemd. Achteraan de kerk is er nog een gelijkaardige toren van de kapel van de Condestable, vroeger de rechterhand van de koning ontworpen en gebouwd door Simon de colonia. Hij duidt ook de san Nicolas kerk aan waar ik zeker naar het albasten retabel van Simon en Francesco de Colonia , het engelenwiel, moet gaan kijken. Dit werk van kunstenaars van Keulen is inderdaad een MUST. Dit engelenwiel wordt iets unieks voor mijn drie engelbewaarders...

Burgos: buitenkant toren van de Condestable kapel (l); Santa Maria stadspoort (m), de kathedraal Santa Maria en de torens (r)


Hij toont me ook de zuidelijke ingang, het Sarmental portaal, met veel trappen, langs waar je de kerk kan bezoeken. Voor hij vertrekt drukt hij me op het hart dat ik ook de twee ingangen aan de noordkant, het Coroneria portaal en het Pellejería-gevel (geschonken door de pels / bont handelaars) moet gaan bekijken en binnen de Gouden trap van Diego de Siloë, de zoon van de Vlaamse architect Gil de Siloë. Die laatste was ook een schitterende beeldhouwer van wiens hand we overmorgen in de Cartuja de Miraflores ook de praalgraven zullen zien. Ik beloof dat zeker te doen, maar ik had het eigenlijk al gepland. Ik dank hem voor zijn fijne hulp en hij zegt “Nada” dat zoveel als “geen moeite, graag gedaan” betekent. Ik heb op deze pelgrimstocht als zeer aangename momenten beleefd dankzij gastvrije en vriendelijke mensen.



Burgos kathedraal: Cimborrio, een achthoekige stervormige toren (verwijst naar de hemel!), op de viering van het transept; de 1ste toren stortte in op 1533 en werd heropgebouwd in renaissancestijl tussen 1540 en 1568 met gotische accenten om niet te botsen met de rest


Na nog een kleine wandeling door de casco historico keer ik terug naar mijn kamer. Onderweg heb ip een kleine supermercado gevonden die op zondag open is en waar ik wat spijs en drank koop voor een avondmaal op mijn kamer. Ik blijf hier nog twee volle dagen. Morgen heb ik gedetailleerd bezoek gepland aan de kathedraal, aan de san Nicolas kerk, de kerk san Gil Abad en nog andere plus de oude binnenstad. Overmorgen heb ik een bezoek gepland aan de abdij van de Cisterciënzerinnen las Huelgas Reales aan de ene rand van de stad. In de namiddag wil ik dan ook nog de cartuja de Miraflores of het Kartuiserklooster grondig bezoeken aan de andere rand van de stad. Ik hou met al dat bezoeken rekening met het schrijven van mijn blog, minstens twee uur per dag plus wat rust en eten. Elke dag ook wat tijd om telefonisch contact te hebben met Magda. Naar mijn schoonbroer John en mijn schoonzus Hilde stuur ik geregeld ook berichten met foto's want zij zijn de hoofdsponsor van het Rinus Pini Fonds waarvoor ik hen super dankbaar ben. Natuurlijk ben ik alle aadere sponsors heel dankbaar want hun financiële steun, groot en klein, zal ons toelaten fijne projecten te subsidiëren met de hulp en steun van de Koning Boudewijn Stichting.

34 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven

Comments


bottom of page