Ik ben deze morgen vroeg opgestaan zoals altijd. Ik whatsapp eventjes met Magda om te zien of ze wel wakker is om 6.55 u, want rond 7.10 u komt onze Floris bij haar ontbijten voor hij om 7.47 u stipt ons appartement verlaat om de trein naar Sint Lucas in Brussel te nemen. Magda neemt aan de deur een foto van hem, die ze opstuurt. Dat is zo het ochtendritueel. ’s Avonds loopt hij altijd even kort binnen om te zeggen hoe zijn dag was of te tonen wat hij heeft getekend of geschilderd. Nu doet hij ook soms de boodschappen voor oma sedert ik naar Santiago ben vertrokken. Een fijne kerel (nog geen 16) met veel zin voor verantwoordelijkheid en niet teveel kuren hij was het die zijn kleine broer uit het water heeft gehaald en dat heeft hem toch zwaar getekend. Ze geleken daarenboven sprekend op elkaar. We zegden altijd dat ons lief Rientje een clone van Flokey was.
Rond 9 uur vetrekken de twee Nederlandse collega’s uit Nájera en ik ga hen even uitwuiven en nog eens bedanken voor de lekkere pasta die ze me gisteren hebben gebracht. De twee zopas gepensioneerden zullen vandaag ongeveer 80 km fietsen. Ook zij hadden beslist om als eerste daad na hun pensioen naar Santiago te fietsen. Er zijn er heel wat gepensioneerden die dat blijkbaar doen. Ik vertrek een beetje later, want ik ga eerst Nájera zelf bezoeken en vooral de Santa Maria la Real kerk, met het pantheon van de koningen van Navarra. Het is open vanaf 10 uur. Het is een drukte van je welste in de stad, want het is vandaag de nationale feestdag van de Rioja en praktisch alles is dicht. Op het plein naast de kerk zijn straks verschillende activiteiten voorzien. Twee mannen (met een glas wijn in de hand...) zijn al op straat in een grote pan een lokaal gerecht met rundsvlees, aardappelen en lokale groenten aan het klaar maken. De gasten stromen al toe voor het feest. Families zitten op terrasjes te ontbijten. En de drank begint ook al rijkelijk te vloeien. Je kan duidelijk ook leven zoals God in Spanje...en in Spanje zijn ze nog veel katholieker dan in Frankrijk...
Nájera was en is één van de politieke, economische en zelfs religieuze centra van La Rioja. Het was immers de zetel van een koninkrijk in een belangrijke periode in de 10de en 11de eeuw. De kerk van het klooster van Santa María la Real is daarom een belangrijk koninklijk pantheon. De Moslims noemden deze plaats “Náxara”, in het Arabisch: "plaats tussen rotsen". Dat merk je, want je bent er omgeven door rode rotswanden.
Nájera: Pantheon met de graven van de koningen van Navarra (l), de rode rotswanden (m);en de kerk Santa Maria la Real (r)
Sancho Garcés I, koning van Pamplona, veroverde in 923 Nájera op de Moren. Deze veroverden in 924 Pamplona, de hoofdstad van Navarra. Koning Sanchez verhuisde daarom uit Pamplona naar Nájera, dat zo de politieke hoofdstad werd. Nájera was ook altijd een belangrijke halte op de Camino Frances naar Santiago de Compostela.
Het klooster en de kerk van Santa María la Real werden in 1032 gebouwd in opdracht van de Navarrese koning, Don García Sánchez III. Volgens een legende vond hij er een beeld van Maria in een grot toen hij aan het jagen was. De latere overwinningen van de koning tijdens reconquista op de moslims werden toegeschreven aan dit beeld. De kerk werd de begraafplaats van koningen en hun kinderen van het koninkrijk Nájera-Pamplona. Het koninkrijk Nájera-Pamplona verdwijnt definitief met de annexatie van La Rioja door Castilië in 1076. Het klooster wordt later overgedragen aan de Benedictijnerorde van Cluny.
In 1052 werd een romaanse kerk voor de Maagd Maria van de grot ingewijd. Ze is met de westzijde tegen de grot gebouwd. Een nieuwe kerk komt er midden 15de eeuw in de laatgotische, flamboyante stijl, ook “estilo Gótico florido” of een “bloemrijke” gotische stijl. Dat is de huidige kerk.
Het grote 17de-eeuwse barok “retablo mayor” valt op met de Salomonische zuilen, die over de hele lengte gedraaid zijn en versierd met trossen druiven en wijnbladeren, symbool van de eucharistie en van de Rioja. In het middendeel staat het originele beeld van de Maagd Maria, omringd door de stichters van de Benedictijnse Orde (5de eeuw), Benedictus en zijn zus Scholastica. Naast Benedictus staat links de koning en rechts naast Scholastica staat de koningin, stichters van de abdij. Een fries vertelt de ontdekking van het beeld.
Nájera: de kopieën van de panelen van Hans Memling (l), het O.L.V. beeld in de grot (tegen de rode rots) en het retablo mayor (r)
In de linkerbeuk hangen kopies van 3 panelen van het vroegere “retablo mayor” van Hans Memling: God met musicerende engelen, gemaakt in opdracht van het klooster van Santa Maria la Real van Nájera. In de 17de eeuw werden de Vlaamse primitieven niet langer gewaardeerd en werd het geschilderd retabel van Hans Memling dus verwijderd. Drie panelen van dit originele polyptiek van Hans Memling zijn nu in Antwerpen in het KMSKA.
In het Panteón Real werden veel koninklijke familieleden, edellieden en religieuzen begraven. De Koningen en koninginnen bevinden zich tegen de westelijke muur. ze lijken naar het hoofdaltaar. In de grot staat nu een 13de-14de-eeuws gotisch beeld van Maria. De graven zijn renaissance en sober. Op de graven van witte steen zien we de gisants of liggende figuren met hun koninklijke attributen, hun wapenschild en een cartouche met hun naam. De koninklijke kinderen, los infantes, liggen ook in het Panteón maar tegen de zuidelijke zijmuur. Het1 2de-eeuwse unieke romaanse graf van Blanca de Navarra (alleen het deksel) is zeer fijn gebeeldhouwd: een indrukwekkend geheel.
Nájera: Graf van Blanca de Navarra(l) , de kloostergang of Claustro de los Caballeros en een kapiteel / console in de vorm van een atlant
El claustro de los Caballeros noemden de monniken de kloostergang van de ridders als dank voor de (financiële) hulp die ze van deze kregen bij de bouw. Hij is laatgotisch (1517-1528) met ook renaissanceversiering. De 24 bogen van de kloostergang zijn versierd met stenen traceerwerk, met een ander motief op elk van hen. In 1578 werd op deze eerste kloostergang een renaissance boven-klooster gebouwd.
Van Najera fiets ik verder door naar het klooster van Santa María del Salvador de Cañas, een cisterciënzerinnen klooster. De belangrijkste man binnen die orde was de Heilige Bernardus in de 12de eeuw. Dit klooster blijft een inspirerend spiritueel centrum door de eeuwen heen en nu nog. Het heeft vele kunstwerken verzameld, zoals altaarstukken of retabels, beelden , reliekschrijnen, enz. waarvan we niets kunnen zien, want het museum is dicht. Super spijtig. Ik probeer verschillende keer de bel maar geen reactie: elke week hebben ze een woestijndag en dan doen ze voor niemand open. Ik voel mij als iemand die alleen in de woestijn staat te roepen om binnen te mogen...tevergeefs.
Ik kan met de fiets bijna helemaal rond het klooster rijden: het is vooral gotisch uit de 13de eeuw en er is ook een deel van na de 16de eeuw. Het hoofdportaal van het klooster is 18de-eeuws. Volgens de regels van soberheid van Bernardus van Clairvaux werden geen kleurrijke glasramen geplaatst zoals in de gotische kathedralen. Hier werd translucide albast gebruikt, een marmer dat licht doorlaat en ook sterker is dan glas. Van buitenaf lijkt dat wit maar van binnen laat dat heel veel zacht licht door. Niet voor niets wordt dit klooster het Monasterio de la LUZ , het klooster van het licht genoemd ! Ik troost me met de gedachte dat het een mooi stuk rustige weg was om ernaartoe te rijden.
San Millan de la Cogolla, klooster Yuso (l), Santa María del Salvador de Cañas: , hoofdingang (m) en kerk met albasten glas (r)
Alvorens verder te fietsen eet ik vlakbij het klooster mijn broodje met Spaanse geitenkaas en serrabo ham. Daarna fiets ik het laatste stuk tot aan San Millan de la Cogolla Yuso, één van de twee klooster beneden in de vallei gelegen, in een prachtig stuk natuur. Eerst heeft men boven op de heuvel een klooster Suso gebouwd waar de kluizenaar San Millan woonde en begraven werd; oorspronkelijk was het eerder een kluizenaarswoning. Het vergt hard trappen met de fiets om er naar toe te fietsen. Later heeft men er ook één beneden gebouwd en dat is het Yuso klooster. Vandaag bekijk ik alleen de buitenkant van de twee, want ze zijn ook dicht. omdat het feest van de Rioja is. Morgen hoop ik er vroeg binnen te kunnen om ze allebei grondig te bezoeken.
Dit YUSO klooster is in heel Spanje bekend, want het is de bakermat van de huidige Spaanse taal. Hier werd de oudste tekst gemaakt die men erkent als het standaard Spaans. Er is dan ook een centrum voor de Spaanse taal in dit klooster. Een deel is een Hospederia of een duur hotel, zoiets als een Parador. Toch een goede manier om het cultureel patrimonium rendabel te maken.
Ik logeer in een Casa Rural, de Posada San Millan, vlak naast het YUSO klooster. Het is schitterend gelegen en is eenvoudig en net. Ik word er verwelkomd door de gastvrouw die me onmiddellijk een caña, een fris pilsje , merk Mahou, aanbiedt. Op anraden van die lieve dame ga ik straks avondmalen in een klein restaurantje aan de rivier, El Molinero, want aan de rivieren waren er watermolen. Ook de kloosters bouwden molens aan de rivier die dan wat extra inkomsten voor de monniken genereerden. Ik ben er helemaal alleen want de dame is een vriendin gaan bezoeken. Terwijl ik even rust wordt op de deur van de casa rural geklopt; Ik ga toch maar open doen en voor mij staan twee Spaanse leraars uit Madrid die een lang weekend op de camino fietsen. Het telefoonnummer van de dame heb ik en ze bellen die op; ze kunnen onmiddellijk een andere kamer nemen want de rest is toch vrij. Het is er wel zalig rustig. Morgen fiets ik verder door na een bezoek aan de kloosters van Yuso en Suso naar het stadje Santo Domingo de la Calzada. Het is genoemd naar de heilige Domingo die daar in de buurt verschillende wegen (calzada) bouwde en andere activiteiten ontplooide om de pelgrims te helpen en zelfs te beschermen.
Het eten in de El Molinero, een restazurantje bij de oude molen, is niet denderend: ik kan er alleen een salada mixta krijgen en een schotel met (nog eens) geitenkaas en Spaanse ham met brood. Ik neem er een fles frisse witte lokale Rioja wijn bij en dat smaakt .
Daarna fiets ik terug naar mijn casa rural en begin ik aan mijn verslag van de dag te werken voor de blog. Eerst bel ik uitgebreid met Magda zoals elke avond.
Dat treft, ik kocht net kaarsenhouders in albast voor het Pini momentje op 26 juni. Zeer mooi ... 💚 Fijne tocht verder opi, we missen je hier!