Een slechte nacht achter de rug. Een afschuwelijk zacht bed dat in het midden doorzakte zodat ik dacht met mijn rug op de grond te liggen. Daarenboven was het zeer warm en zwoel . De storm die men had aangekondigd kwam maar niet. Om 1 uur ’s nachts ben ik een koude douche gaan nemen. en dan ben ik terug in slaap gevallen. Om 4 u 30 ben ik opgestaan en om 5 uur Bruno gewekt. Hij wou een Frans brood met een omelet op als ontbijt en om mee te nemen voor onderweg. Hij at ook nog een deel van de pasta van de avond ervoor.
Op weg naar de Col de l'Hospitalet
Om 6 u15 zijn we de deur uit en de berg op richting Col de l’Hospitalet, 1304 meter hoog aan de Montagne de la Margeride van 1322 meter. Het is een lange beklimming over een 15-tal kilometer en het vordert zeer goed. Het is fris en het heeft spijtig genoeg niet geonweerd zoals aangekondigd. We stoppen enkele minuten aan de kapel van de H. Rochus op 1185 meter. De H. Rochus was in de ME één van de meest populaire heiligen . Hij is ook één van de pestheiligen die werd aanroepen tegen de pest en ook tegen hondsdolheid. Bij het kapelletje zijn er ook al verschillende pelgrims op stap. We wensen elkaar een goede en veilige tocht. Zij gaan in de juiste richting , wij in de verkeerde…
Bruno en andere pelgrims aan de chapelle St Roch
Ondertussen wordt het dag en komt de zon op wat ons toelaat enkele mooie foto’s te maken van de zonsopgang en van de omgeving . We zijn ter hoogte van een natuurpark dat la Sauvage heet en de natuur is er echt supermooi. Er lopen ook heel wat koeien rond en ook heel veel paarden. In het dorp Espalantes Vaillantes zien we een mooi (gedeeltelijk ME) geheel: de kerk met een mooie clocher à peigne (klokkenmuur), het kasteel met zijn ronde donjon op de heuvel, het gemeentehuis, allemaal in de zware lokale granietsteen en naast een mooi kruis een Métier à ferrer (ook travail à ferrer genoemd) een stenen structuur binnen dewelke men een paard kan vastbinden om het nieuwe hoefijzers op te slaan. Een dergelijke métier zagen wee ook in het dorpje ervoor in La Brugeire. Dergelijke métiers of travails werden gebruikt om paarden en runderen met ijzers te beslaan.
Espalantes Vaillantes met zijn klokkenmuur, ronde donjon en métier à ferrer
We switchen van de D 587 naar de D 585 om, opnieuw door een mooi landdschap, Saugues te bereiken. We zijn reeds een tijdje in het département de Haute Loire , een deel van de nieuwe région Auvergne-Rhône-Alpes en in de buurt van waar de Loire ontspringt, de langste rivier (meer dan 1000 km) van Frankrijk.
Het is marktdag wat ons toelaat heel veel lokale specialiteiten te zien, vooral kazen. Te midden van de markt staat de collegiale kerk van Saint-Médard, gotisch en grotendeels 16de -eeuws maar herbouwd in de 19de eeuw. Ze heeft een achthoekige klokkentoren op de kruising. De kerk heeft een 12de-eeuwse Maria als zetel der wijsheid, een 15de-eeuwse piëta, een unieke granieten preekstoel en nog veel moois.
Sauges: de kerk en de lokale markt
Sint-Benilde (1805 - 1862, heilig verklaard in 1967), lid van de Broeders van de Christelijke Scholen wordt er fel vereerd. Hij werd vermoord door de indianen. Bijna naast de kerk staat de toren van de Engelsen, een vierkante donjon uit de dertiende eeuw. Reeds voor Saugues en ook daarna wordt men in verschillende dorpen geconfronteerd met la bête du Gévaudan, een reusachtig dier dat in de 18de eeuw paniek en dood zaaide bij mens en dier. Overal zie je beelden ervan, mooi en lelijk. De naam wordt veel gebruikt en misbruikt.
Sauges: Saint -Medard kerk: Maria zetel der wijsheid (sedes sapientiae), granieten preekstoel en piëta
Na een lekkere koffie beginnen we aan het moeilijkste deel van de dag; eerst een lange snelle afdaling (geen tijd om foto’s te nemen!) en dan terug 500 meter omhoog naar St Privat d’Allier. Het is zwoegen naar boven want het wordt warmer, maar de landschappen blijven ons verbazen. Boven wacht ins een bistro met ervoor… la bête du gévaudan.
La bête du gévaudan, landschappen in de buurt van St. Privat d'Allier
Daar moet ik even mijn batterijen bijtanken voor 2 euro. Het stadje heeft een mooie romaanse St Privat kerk die een beetje buiten het dorp staat. Binnenin ontmoeten we de oude sacristein of koster, Jean. Eerst moet ik uitleggen aan Bruno wat een koster is. Hij geeft ons elke een stempel op onze credential en wil graag op de foto; Zoals u ziet is Bruno bijna dubbel zo groot als onze lieve koster.
St. Privat d'Allier: de kerk en Bruno met de koster
Terug de fiets op en nog 8 kilometer trappen en we bereiken het gehucht Lebonnet (de muts) het hoogste punt op onze weg in dit stuk van de Via Podensis. Voor ons zien we in de verte het Massif Central liggen met al zijn uitgedoofde vulkanen: de hoogste le Puy de Dôme bevindt zich bij Clermont-Ferrand op 130 km maar dat is voor overmorgen. Nog 16 km fietsen en we zijn in het centrum van Le Puy-en-Vélay.
We rijden naar beneden Le Puy-en-Vélay binnen. Van ver kan je de kathedraal Notre Dame, binnen de cité épiscopale, op één van de heuvels, zien liggen met vlak ernaast het reuzengrote rode beeld van Maria. We zien ook op een rosrode bruine heuvel de Rocher et chapelle van st Michel de l’Aiguilhe liggen. Bruno is echt onder de indruk want hij had een kleine stad verwacht en vindt een grote stad met een zeer oude ville haute, het oudste gedeelte. Heel aangenaam maar ook heel vermoeiend om te bezoeken. Ik ben ook blij er nog eens terug te zijn na 40 jaar…
Bruno bereikt de top, zicht op het Massif Central en Notre Dame du Puy
We zijn allebei zeer blij dat we de Via Podiensis met succes hebben afgefietst. Het was tegen de richting in en dat hebben we vooral aan onze benen gevoeld. Bruno heeft alles zonder hulpmotor gefietst en was altijd voorop. We hebben er allebei van genoten. We zijn vooral blij dat de tweede opdracht van deze pelgrimstocht, het affietsten van de Via Podiensis tot een goed einde hebben gebracht, bijna 800 kilometer. Het was zeer warm en we hebben het gevoeld maar zijn super blij en zelfs fier dat we het gedaan hebben. De twee opdrachten zijn uitgevoerd met Floky langs de via Turonenis tot over de Pyreneeën en met Bruno terug van de Pyreneeën over de Via Podiensis naar Le Puy-en-Vélay.
Le Puy-en-Vélay
Ik weet dat Rientje ook blij en fier is dat we het hebben gehaald. We deden het voor hem en om andere kinderen en hun ouders te steunen die zo iets meemaken. Wij hopen dat er nog veel zal gestort worden op de Rinus-Pinifonds rekening van de Koning Boudewijnstichting.
We bedanken al de milde schenkers die kleine en/of grote bedragen hebben gestort, die ons hartjes of boodschappen stuurden om ons aan te moedigen en te steunen. Ook aan Magda terug een dikke dank. Zij is de beste logistieke steun die men zich kan bedenken. Nu moet ze mij met Rientje nog naar huis loodsen, liefst met de fiets. Morgen begin ik eraan naar Brioude, waar een mooi klooster op me wacht! Vandaag bezoek ik de stad Le Puy-en-Vélay verder, zoals ik gisterennamiddag al deed met Bruno. Het bezoek aan de stad schrijf ik in de blog 33 van deze zaterdag.
Ik heb een deel van deze blog Dag 32 deze zaterdagmorgen geschreven want we zijn vroeg uit de veren. Om 12 u 34 neemt Bruno met zijn fiets de trein naar Lyon waar hij vlakbij de luchthaven Saint Exupéry slaapt. Hij vertrekt op zondagmorgen om 7uur naar London Stansted en dan naar Oxford en maandag terug aan de slag met zijn onderzoek naar slokdarmkanker. Het was fijn met hem te fietsen en veel met elkaar te kunnen praten.
Deze morgen regent het in Le Puy-en-Vélay; het dondert en er zijn bliksems…een goed moment om afscheid te nemen. Rientje rust uit boven op de kroon van het grote beeld van Onze lieve Vrouw. Daar voelt hij zich veilig.
Bruno en opi in Le-Puy, fier dat ze samen de Via Podiensis hebben afgereden voor her Rinus-Pinifonds
Comments