Nog eens voor dag en dauw uit de veren om 4 u45 want het wordt nog warmer. Ik sta op neem een korte douche en ga van de mezzanine naar beneden om het ontbijt klaar te zetten. Bruno is geen ochtendmens en draait zich 40 keer (een bijbels getal dat in feite heel veel betekent) om in zijn bed alvorens hij echt opstaat en dan is hij na een half uur nog een volledige zombie. Toch ontbijten we samen petits pains au chocolat en croissants. Hij eet ook een stuk Frans brood met terrine de campagne op plus een banaan en natuurlijk een stevige koffie met een klein scheutje melk. Ik heb van hem leren bananen eten want dat is inderdaad super voeding als je fietst. Hij eet ook nog een tweetal van die repen met noten en droge rozijnen en honing en heeft dan geen verdere voeding nodig voor de twee volgende uren.
De fiets staat klaar om voor zonsopgang te vertrekken, een herder met zijn schaapjes
We vetrekken vanuit Cahors richting Pech over de via Podiensis. De pelgrims zijn ook al op stap, ook al lopen ze vandaag door bos en veldwegjes richting Limogne-en-Quercy. Wij volgen de D weg maar de eerste 15 km zijn verdraaid stevig omhoog tot voorbij het dorpje Pech. Daarna vermindert het wat maar het is toch nog altijd op en af. Heel snel zijn we in het Eco nationaal park van de Causses du Quercy. een prachtig natuurpark met heel veen glooiende landschappen en vooral ook heel veel eikenbomen. Onderweg zien we een herder met zijn schapen en sommige ervan zijn letterlijk hun lammeren aan het gooien terwijl we erop kijken. Jean Baptiste (Delong) zorgt al heel zijn leven voor zijn kudde van 200 schapen. Hij heeft liever dat ze buiten in de openlucht bevallen want dan krijgen de lammetjes minder ziektes. Hij loopt naar de lammetjes en met zijn wandelstok helpt hij ze recht te komen en duwt ze zover dat kan in de schaduw. Een lieve man, een echte goede herder.
Een borie, Bruno en opi voor de kerk van Vaylats
Onderweg hebben we ook enkele mooie bories gezien. Dit zijn kleine huisjes volledig gebouwd met plaatselijke stenen waarin men zelfs kan slapen of werktuigen opbergen. Je vindt er ook veel in de Provence. in Vaylats stoppen we even want Bruno (jaja Bruno!) heeft een mooie kerk gezien maar ze is niet open. Het is een 19de-eeuwse kerk gewijd aan St Petrus. Een dame die voorbij komt, Annemarie Estivals, wijst er ons op dat er op 500 meter een oud klooster is van les Filles de Jezus, een orde van missiezusters. Het klooster is nu omgebouwd om pelgrims, vakantiegangers en andere geïnteresseerden te ontvangen. We lopen er even binnen om een stempel op onze credential te halen. Op de binnenplaats staat een mooie modernistische St Jakob gemaakt met onderdelen van allerlei technische toestellen en/of voer- of werktuigen.
Annemarie en het klooster van Vaylats met de moderne Sint Jacob
Dan rijden we verder door naar Varaire met heel wat mooie oude huizen en een unieke grote en mooie oude wasplaats. Vroeger was de openbare wasplaats een super belangrijke ontmoetingsruimte waar al het nieuws van het dorp werd verspreid
We fietsen door het dorpje Bach zonder halt te houden en bereiken later het stadje Limogne-en-Quercy waar we even halt houden bij het kerkje. We willen een koffie drinken maar de meeste bistro’s zijn dicht op maandag.
De mooie landschappen va, de Lot en de lavoir van Varaire
Een oudere dame zit met twee jonge meisjes op een terrasje van een café dat dicht is. Ze zegt dat ik gerust daar kan zitten want ze zijn gesloten. Ze vraagt waar we vandaan komen en waar we naartoe gaan, en zo beginnen we te praten. Ze is met haar man met vier kinderen op stap naar Conques, maar twee zijn ziek geworden. Die zitten hier bij haar. De opa is ondertussen met de andere twee op de Via Podiensis aan het stappen. Bruno zegt dat hit verhaal hem doet denken aan het feit dat oma en ons Ann vorig jaar ziek werden op de Camino Francès allebei covid 19. De dame heet Christine en de twee zieke kleinkinderen bij haar zijn Maylis en Marie. Christine vertelt dat ze veel interesse heeft voor symbolen in de christelijke iconografie en dat deze kennis verloren gaat wat ik, opi, natuurlijk graag beaam. We vertellen hen ook waarom wij fietsen op de wegen naar Santiago en hoe we zo geld inzamelen voor het Rinus Pinifonds. Ze vinden het een super initiatief. De twee kleindochters willen weten waar ze de blog kunnen vinden en Bruno toont hen de blog. We nemen en afscheid en beloven dat we onze ontmoeting zullen vermelden in de blog. Er zijn dus nog andere grootouders die hun kleinkinderen laten kennis maken met één van de Camino’s naar Santiago: een andere manier van reizen en om fijne mensen te ontmoeten. Het was een superfijne ontmoeting.
Cajarc: St Etiennekerk met beelden van de H. Rochus en de H. Stefaan
Vanuit Limogne-en-Quercy loopt de weg even steil omhoog en daarna is het bijna 12 kilometer dalen naar het stadje Cajarc waar we de mooie St Etienne kerk bezoeken en het oude stadsgedeelte met veel vakwerkhuizen. In de St Etienne kerk is er een mooi beeld van de H. Stefanus met de stenen van zijn steniging in zijn handen. Ook een H. Rochus trekt de aandacht alsook het unieke orgel. Na een bezoek aan het office du Tourisme voor een stempel gaan we snel boodschappen doen voor deze avond want in Foissac, waar we zullen slapen, zijn er niet echt winkels. Terwijl ik de boodschappen doe, heeft Bruno op zijn fiets zijn telefoonhouder omgebouwd om zijn Frans brood makkelijker te kunnen eten terwijl hij rijdt… Wij picknicken bij de St Etienne kerk en nemen dan de weg die langs de rivier de Lot loopt, een prachtige toeristische weg, die ons tot vlakbij Foissac zal brengen.
Cajarc: het orgel en een schilderij van de St. Etiennekerk; Bruno met zijn stokbroodhouder
Het is ondertussen bijna 1 uur en is er niemand meer op de weg want het is al 34 à 36 graden warm. Langs de rivier de Lot met mooie stroomversnellingen is het lichtjes frisser maar toch nog behoorlijk warm. We kunnen het niet nalaten om toch enkele mooie plaatsen kort te bekijken: in het bijzonder het kasteel van Larroque-Toirac gebouwd (12de- 15de eeuw) tegen de rotsen aan de zijkant van de Lot: indrukwekkend mooi.
Kasteel van Larroque-Toirac
Vlakbij op enkele kilometers is de versterkte middeleeuwse kerk (église fortifiée) van St Pierre-Toirac gebouwd. Ze is natuurlijk toegewijd is aan de H. Petrus. Ze is gelegen in een klein gehucht met allemaal oude huizen eromheen die men volop aan het restaureren is. De zware structuur is prachtig en binnenin is er ook een mooi gewelf te bewonderen en mooie zijramen in het koor. Er is zelfs een verguld kapiteel van Adam en Eva: een zeldzaam stuk.
Versterkte middeleeuwse kerk van St. Pierre-Toirac met verguld kapiteel van Adam en Eva
Nu moeten we de Lot oversteken en nog 5 kilometer fietsen naar Foissac en we denken dat dit een makkie wordt. Niets is minder waar; de weg naar Foissac loopt langzaam maar steil omhoog en we komen allebei bezweet en helemaal kapot boven. Het is ondertussen 38 graden en het zweet druipt van ons lijf. Gelukkig is er in dit kleine dorp een bistro die open is (op maandag) en waar een oude dame ons vriendelijk ontvangt: een orangina voor Bruno plus een koffie, en voor opa twee pintjes pression. Alles smaakt geweldig. Voor de bistro staat een soort parapluboom die veel schaduw geeft en we hebben het daar naar onze zin want we mogen maar om 16 in onze kamer binnen. Nu zijn we op onze kamer met twee bedden (Bruno is blij!) en zelfs met airconditioning. We gaan wat rusten en dan wat eten. Morgen is het weer vroeg vertrekken naar een van de hoogtepunten van onze Via Podiensis: de abdijkerk van Conques en het museum ernaast met het vergulde beeld van Sainte Foie de Conques. Ik wil Bruno ook de moderne glasramen tonen die de kunstenaar Soulages aanbracht in deze abdij. Na 22 uur kunnen we ook gaan kijken naar het klank-en-lichtspel dat de kleuren van het timpaan van de westgevel tot leven brengt. Maar dat is voor morgen.
De stroomversnellingen van de Lot
コメント