top of page

Dag 24: van Castro Urdiales naar het Elysium in Santander

Om 7 uur heb ik in de keuken twee caricollas (suisses koeken) gegeten met mijn heerlijke oploskoffie, en daarna vertrok ik om 7:25 uur. Het was een rustige nacht, hoewel ik rond 23 uur niet in de badkamer kon komen. Ik belde de eigenaresse, die natuurlijk in een andere kamer sliep, en zij moest de deur komen ontgrendelen. Daarna verliep de nacht normaal.

Het grootste deel van de dag moest ik de N-634 volgen, en de eerste 25 à 30 km waren behoorlijk pittig. Sommige stukken zijn zwaar voor de fietsende pelgrim en nog zwaarder voor de wandelende pelgrim met bagage op zijn of haar rug. Je inspanningen over enkele heuvels worden echter beloond met prachtige uitzichten op baaien en inhammen in de Atlantische Oceaan. De Camino del Norte wordt soms de camino van de landschappen genoemd, en dat is zeker waar. Hoewel er ook verschillende stukken zijn die industrieel behoorlijk vervuild zijn, zoals voor en rond Bilbao. Soms heeft de pelgrim een apart pad tussen de heuvels, maar soms loopt een smalle strook gewoon langs de N-634, met weliswaar een metalen afscheiding ertussen.


Zicht op de baai van Laredo, Yves op de fiets en Rob


Zo ontmoette ik Rob (67 jaar) uit Swallen in Nederland. Hij is voor het eerst op de camino, vertrokken vanuit Bilbao, en hoopt eind september in Santiago aan te komen. Hij is klompenmaker van beroep, maar draagt geen klompen om naar Santiago te lopen, zegt hij lachend; dat zou te zwaar zijn. We wensen elkaar het beste en gaan ieder onze eigen weg. Na een bocht zie ik Laredo beneden me liggen, met een prachtige baai en strand. Ik stop bij de aanduiding Mirador (panorama) en neem er enkele mooie foto's. Vervolgens rijd ik naar beneden, het stadje in. Ik zet mijn fiets voor het Ayuntamiento (uit veiligheid, want daar zijn Guardia Civil) en stap het oude stadje in, op weg naar het kerkje Santa Maria, dat helaas gesloten is. Een oude dame vertelt me dat er veel gestolen wordt, vooral in de zomer en bij festiviteiten. Daarom beperken de priesters of de gemeente de openingsuren, wat jammer is, want ik had ook graag de binnenkant gezien.


Laredo: Santa Mariakerk en het stadhuis


Na Laredo verandert het landschap volledig; na de kale heuvels en de vele hoge rotsen volgt weer een heuvellandschap met bossen, weiden en koeien op de achtergrond. Vlakbij Laredo is een vissersdorp met nog veel actieve vissers, en daar begint het Parque Nacional de Marismas, vergelijkbaar met de Petite Camargue rond Arles in Frankrijk of het Zwin bij ons: een broedgebied voor veel trekvogels.


De marismas; Romualdus met zijn honden en geiten


Een beetje verderop zijn geiten de bermen aan het kaalvreten onder toezicht van Romualdus, de schaapherder, en zijn twee mooie herdershonden, bordercollies, als hulp. Hij is zijn hele leven al schaapherder, met een kudde van zo'n 30 schapen, en werkt de hele week, het hele jaar door. De schapen worden vetgemest om als vlees verkocht te worden. De regio betaalt hem ook omdat ze de bermen mooi vrijmaken van alle groen en takken. Hij vindt het een zalig beroep. In de zomer gaat hij met zijn dieren op stap in de regio, en in de winter blijven ze rond de boerderij tot ze verkocht worden.


Een kerkje, balen stro en een kasteeltje onderweg


Onderweg zie ik ook nog een paar mooie kasteeltjes, maar ik wil doorfietsen om op een fatsoenlijk uur in Santander te zijn. Het is maar 80 km, maar in Solares gaat het mis. De aanduiding Santander verdwijnt en plots staat Oviedo aangegeven op de N-634. De andere afslag heeft alleen maar blauwe borden, wat betekent autopista. Zo rij ik verkeerd, niet te lang, maar toch langer dan me lief is. Een garagehouder legt me uit dat ik toch de blauwe borden moet volgen en dat een klein weggetje me dan rechtstreeks naar Santander brengt. Dat klopt, maar ik kom daar om 14 uur aan in plaats van om 13 uur.


Santander: enkele mooie huizen en een fontein


Ik heb moeite om mijn accommodatie te vinden, een simpel hotelletje genaamd Elyseum, met twee kamers in een steegje van de Calle Floranes, die ik na lang zoeken vind. Felipe runt dit piepkleine hotelletje samen met zijn partner. De kamers zijn op de 3e verdieping zonder lift, en hij draagt mijn zware fiets zomaar naar boven en zet hem in de living. Het is hier echt het Elyseum of het paradijs van de Romeinen; ik word behandeld als een koning: meteen een pintje. Ik vraag of ik een ontbijt kan krijgen, maar alles wordt aangeboden: brood, koffie, melk, eieren, jam, enzovoort. De keuken heeft alles en alles mag gebruikt

worden. Wauw, en dat voor 50 euro. Kraaknet en gezellig bovendien.


Santander: Museum Botin en de Borines met de lekkere pinchos


Ik verfris me snel en vertrek naar het oude stadsdeel, de casco historica, op 12 minuten lopen. Zoals altijd ga ik eerst naar de Oficina de Turismo voor een plattegrond, en dan maar bezoeken. Eerst het moderne nieuwe gebouw, de BOTÍN, dat onder andere als museum dienst doet, maar ook veel meer. Toeristen kunnen met een lift of trap naar boven en krijgen een prachtig uitzicht op de haven waar cruiseschepen aanmeren. Daarna ga ik naar de Borines, dat vroeger een kuuroord was tegen bepaalde ziekten, maar nu is omgetoverd tot een plek waar je superlekkere pinchos kunt nuttigen met wijn, bier of ander lekker vocht. De pinchos zijn in Baskenland het equivalent van de tapas in de rest van Spanje, maar natuurlijk lekkerder volgens de lokale bevolking.


Santander: het stadhuis; het Mendez Pelayo House Museum en de groentemarkt


Daarna ga ik naar het gemeentehuis, een mooi 19e-eeuws gebouw, en ook nog naar het Mendez Pelayo House Museum. In de buurt is er ook nog de groentemarkt of Mercado, die net is afgelopen en waar men volop aan het schoonmaken is. Ik fotografeer ook nog enkele kerkjes, zoals de Santa Lucia, om wat beelden te hebben. Al mijn verplaatsingen gebeuren via de kleine steegjes met mooie ouderwetse en nieuwe appartementen, voor ieder wat wils. Ondertussen is het 16 uur, en het wordt even rustiger in de stad na de lunchdrukte; de lunch is laat bij alle Spanjaarden. Zo ook het avondeten, want rond 18 uur komen ze weer naar buiten om te aperitieven, en vanaf 21-22 uur dineren ze... wat een leven.


Santander: Enkele mooie huizen en het stadbeeld van het kaasvrouwtje


Voor mij staat het belangrijkste nog op het programma: het bezoek aan de kathedraal van de Hemelvaart van Maria, ofwel de Asunción, die om 16:30 uur opengaat. Het is een gotisch gebouw dat op een helling staat en dus een dubbele structuur heeft, boven en beneden. Geen verfijnde gotiek, maar in zijn eenvoud toch mooi. Niet zo groot en majestueus als de Franse kathedralen of die van Burgos en León, maar eenvoudig en mooi. In het koor staat een prachtig barok altaarstuk met de Opneming van Maria in de hemel, met veel engeltjes, waarop ons lief Rientje nu lijkt. Geen zwaar bewerkte kapitelen, maar hier en daar speelse figuren die misschien de draak steken met de opdrachtgevers. Aan de zuidkant van de kathedraal staat een mooie gotische kloostergang, ook zeer eenvoudig, met geen versierde kapitelen: sober en mooi.


Santander: kathedraal van Maria Hemelvaart


Na dit laatste bezoek doe ik mijn inkopen bij een LUPA-warenhuis en koop ik een flesje Verdejo-wijn, een droge witte wijn uit de streek die lekker is. Ik maak voor mezelf wederom een omelet met tomaat, ui, kaas en ham, en het smaakt me goed, want ik had geen tijd om te lunchen. Nu maak ik me klaar om te gaan slapen. Magda zorgt ervoor dat mijn volgende ritten wat minder zwaar zijn, want na bijna een maand op een hels tempo begint de vermoeidheid (soms) een beetje door te wegen. Morgen fiets ik naar San Vicente de la Barquera op de Camino. De Camino loopt hier vlak langs mijn hotelletje, en dat geeft me een goed gevoel. Morgen stappen we verder… Ultreia.

4o

36 weergaven0 opmerkingen

Recente blogposts

Alles weergeven

Comentários


bottom of page